Hoofdstuk 2 Flashcards
Afhankelijke variabele
Het gevolg van de onafhankelijke variabele.
Analyseschema
Schema waarbij op voorhand de bewerkingen op de kwalitatieve en/of kwantitatieve data worden gespecificeerd.
Attitude
De houding tegenover iets. De eigen attitude is opgebouwd uit cognitieve overtuigingen en affectieve evaluaties.
Beschrijvend onderzoek
Onderzoek waarbij je een situatie in kaart wilt brengen. Meestal heb je hierbij niet veel voorkennis.
Causaal verband
Oorzakelijk verband, waarbij de onafhankelijke variabele vooraf gaat aan de afhankelijke, er een significante samenhang is, en er geen derde variabele is die het verband verklaart.
Centrale vraag
De centrale vraag geeft aan hoe het onderzoek wordt afgebakend oftewel de vraag die aan het einde in de conclusie wordt beantwoord.
Conceptueel onderzoeksmodel
De grafische weergave van de variabelen en hun onderlinge verbanden.
Deelvragen
Vragen die worden afgeleid van de centrale vraag en die allemaal een onderdeeltje van de centrale vraag behandelen.
Doelstelling
De doelstelling van het onderzoek refereert naar wat het onderzoek uiteindelijk moet opleveren.
Evaluerend (of toetsend) onderzoek
Onderzoek waarbij het is om een hypothese te testen of een (beleids)maatregel te evalueren.
Exploratief onderzoek
Onderzoek waarbij het doel is het exploreren van verbanden, het vinden van verklaringen.
Onafhankelijke variabele
De variabele die je als onderzoek wilt manipuleren om te onderzoeken wat het effect is op de onafhankelijke variabele. De onafhankelijke variabele is daarbij de oorzaak, de afhankelijke variabele het gevolg.
Onderzoeksvragen
De vertaling van de deelvragen in meetbare vragen.
Probleemstelling
Afbakening van het onderwerp van onderzoek.
SMART
Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden.