Hoofdstuk 1 Flashcards
Beschrijvend onderzoek
Onderzoek waarbij je een situatie in kaart wilt brengen. Meestal heb je hierbij niet veel voorkennis.
Gedragscode
Een set van regels waaraan de professional zich moet houden.
Hypothese
Een voorspelling die getoetst kan worden in onderzoek, meestal gebaseerd op waarnemingen vanuit de empirie of afgeleid uit een theorie.
Interventiecyclus
Het op een systematische manier oplossen van een praktijkprobleem via een op onderzoek gebaseerde diagnosestelling, ontwerpen van een oplossing, het implementeren en evalueren ervan.
Nauwkeurigheid
De mate waarin een slag om de arm gehouden moet worden bij de uitkomsten van het onderzoek. Als de onnauwkeurigheidsmarge 10% is, moet bij een uitslag van 70% tevreden klanten aangegeven worden dat het percentage tevreden klanten tussen de 60% en de 80% ligt.
Praktijkonderzoek
Onderzoek waarbij het doel is om een vraagstuk uit de praktijk op te lossen.
Toetsend of evaluerend onderzoek
Onderzoek waarbij het doel is om een hypothese te toetsen of een (beleids)maatregel te evalueren.
Wetenschappelijk onderzoek
Onderzoek waarbij het doel is om theorie te toetsen of te ontwikkelen.
Deskresearch
Het gebruikmaken van bestaande gegevens in de vorm van bijvoorbeeld algemene literatuur, eerdere onderzoeken of databases.
Empirische cyclus
Empirie betekent de waarneembare werkelijkheid: de kennis komt hieruit voort en wordt hieraan getoetst.
Exploratief onderzoek
Onderzoek waarbij het doel is het exploreren van verbanden, het vinden van verklaringen.
Fieldresearch
Zelf gegevens verzamelen door eigen onderzoek op te zetten en uit te voeren.