Hoofdstuk 5: Werk- en hulpmiddelen bij het redden aan zee Flashcards

1
Q

Infomaterieel:

Het groot infobord: Wat staat hierop aangeduid?

A
  • Uur hoog-/ laagwater
  • Watertemperatuur
  • de betekenis van de signalisatieborden/ - vlaggen
  • Diensturen van de redders
  • Bordteksten zijn meertalig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

infomaterieel:
miradorbord:
Wat staat hierop aangeduid?

A
  • Uur hoog-/ laagwater
  • Watertemperatuur
  • de betekenis van de signalisatieborden/ - vlaggen
  • aanduiding van het zwemwaterkwaliteit.
  • De bordteksten zijn meertalig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

infomaterieel:

Infoborden met aanduiding van de bewaakte zones en surfzones, langsheen de openbare weg.

A

In bepaalde badsteden kan men langs de openbare weg aanduidingen zien staan om de toerist te wijzen naar de bewaakte zones of surfzones. Een pijl duidt de richting aan en soms wordt de afstand tot de zone eveneens aangeduid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

infomaterieel:
Reddingscabines:
Hoe zien deze cabines eruit?

A

Geschilderd in wit-rode verticale strepen of een geel-rood combinatie.
Minstens één logo van IKWV
Soms op daken referentiecode voor bv. Mug-heli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Infomaterieel
Vlag IKWV
Geef meer uitleg over deze vlag.

A

De rode vlag met blauw logo wordt steeds opgehangen samen met de desbetreffende signalisatievlag.
De IKWV-vlag wordt enkel geplaatst in de bewaakte zones.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Infomaterieel
Verdwaalpalen
Waar zijn deze te vinden?

A

In Middelkerke en Oostende enkel in de bewaakte zones en vormen een referentiepunt voor verloren gelopen kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Infomaterieel:
De Infobox
Waar is deze te vinden en wat zit erin?

A

De infobox hangt aan elke verdwaalpaal, in die box steekt een poster die een verkleinde weergave v.h. groot infobord is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Infomaterieel:
Vlug terug polsbandjes
Wat, Waar, prijs?

A

Te vinden bij redders, toerismebureaus, stranduitbaters
Prijs: gratis
Naam en voornaam kind en gsm-nummer ouders opschrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
Infomaterieel:
aanduiding hulpposten
hoe herkenbaar?
Wie bevindt zich hier?
Wat doen de hulpposten allemaal?
A
  • Herkenbaar door groene vlag met wit kruis, soms witte vlag met rood kruis.
  • Mensen die medisch geschoold zijn of een een bepaalde functie binnen een erkende hulporganisatie hebben.
  • Verzorgen van kleine verwondingen en kunnen de redders helpen bij zwaardere ongevallen of verdrinkingen
  • Opvang verloren kinderen…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Signalisatiematerieel: Gebiedende functie!
signalisatieborden:
Waar zijn deze geplaatst?

A

Deze borden zijn geplaatst op alle bewaakte zones of aan alle mogelijke toegangswegen op het strand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Signalisatiematerieel:
Bewaakte badzone
Kleur en extra info bord.

A

Dominant blauw op witte achtergrond.

geplaatst op strand waar baden is toegelaten en toont ook de tijd v.d. bewaking: van 10u30-18u30.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Signalisatiematerieel:
Onbewaakte zone
Kleur en extra info bord.

A

dominant rood op witte achtergrond

geplaatst bij herhaling op het strand waar baden verboden is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Signalisatiematerieel:
praktische situatie en einde bewaakte zone
extra info bord.

A

Aan de grens van een bewaakte zone zal men meetal deze twee borden aantreffen. Zo is het duidelijk waar de zone start en stopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Signalisatiematerieel:
Surfen & Kiten toegelaten
Kleur en extra info

A

Dominant blauw op witte achtergrond
geplaatst langs toegangswegen naar een turfzone op het strand ter hoogte van de surfzone

Meestal bord surfen toegelaten samen met bord baden verboden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Signalisatiematerieel:
surfen verboden
Kleur & extra info

A

Dominant rood op witte achtergrond.

Geplaatst aan de toegangswegen of op de dijk die leiden naar een stuk strand of bewaakte zone.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

signalisatiematerieel:
De signalisatievlaggen
Groene vlag

A

baden en zwemmen toegelaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

signalisatiematerieel:
De signalisatievlaggen
gele vlag

A

Alle drijvende voorwerpen als luchtmatrassen, opblaasbare bootjes en ballen zijn verboden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

signalisatiematerieel:
De signalisatievlaggen:
rode vlag

A

Baden en zwemmen verboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

signalisatiematerieel:
De signalisatievlaggen:
Groene vlag met wit logo surfplank

A

Surfen & kiten met beveiliging redders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

signalisatiematerieel
De signalisatievlaggen:
Rode vlag met wit logo surfplank

A

Surfen en kiten niet meer beveiligd door de redders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

signalisatiematerieel:

De signalisatie- of grensboeien

A
  • De boeien worden in lijn van 3 á 6 geplaatst haaks op het strand en bakenen de bewaakte zone af
  • Baders en zwemmers moeten zich altijd binnen deze gele boeigrenzen bevinden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

signalisatiematerieel:

Markeerboeitjes strandhoofden

A

Kleinere rode boeitjes die aan de koppen van de strandhoofden worden gelegd.
Herkenningspunt voor redders. Indien deze afwezig zijn moeten de redders een referentiepunt op de dijk nemen in het verlengde van de strandhoofden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

signalisatiematerieel:

Grote rode grensboeien surf-kitezone

A

surf- en kitezones af te bakenen.

Die worden 50m van de gele zoneboeien gelegd, naar de surf- en kitezone toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

signalisatiematerieel:

misthoorn en rode handseinvlag

A

De misthoorn en de handvlag zijn de belangrijkste
signalisatiehulpstukken/ werkinstrumenten voor de strandredder, daar de afstand tussen redder en bader relatief groot is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Signalisatiematerieel:

Misthoorn

A

Messing, bij minste afwijking van geluid of breuk: hoofdredder verwittigen. Zand en zeewater zijn grootste vijanden!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Signalisatiematerieel:

Rode handseinvlag

A

Vierkante rode vlag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Signalisatiematerieel:

De mirador

A

Mobiele uitkijktoren voor redders maar ook signalisatiefunctie. Vaak klein signalisatievlagje in een koker op de mirador.
Moet steeds aan de waterlijn staan en in het center van de zone!

28
Q

signalisatiematerieel:

De beachflag

A

Is een lichte, gemakkelijk verplaatsbare vlag, voorzien van het IKWV-logo, die men met een scherp voetstuk vastzet in het zand.

Men kan die gebruiken om een denkbeeldige grens zichtbaar te maken voor de baders. Bv. bufferzone aan de strandhoofden vergroten, gevaarlijke plaatsen aanduiden of de bewaakte zone in zijn totaliteit verkleinen.

29
Q

signalisatiematerieel:

De mast met windzak Baden Verboden

A

6m hoog met rode windzak met logo “BADEN VERBODEN”

Geplaatst op gevaarlijke plaatsen waar met niet mag baden of zwemmen.

30
Q

Signalisatiematerieel:

Blauwe vlag

A
Internationaal milieu-kenmerk, dat jaarlijks aan stranden en jachthavens die voldoen aan de voorwaarden toegekend.
Voorwaarden: 
-Goede waterkwaliteit
- Aanwezigheid van info bord
- EHBO post
- Gescheiden afval
- Toegang voor minder validen
31
Q

Uitrusting redders:

Wat als een kledingstuk beschadigd of verloren is?

A

Door middel van een verbintenis kan hij financieel moeten bijdragen bij schade of verlies.

32
Q

Uitrusting redders:

Hoe moet een redder op het strand staan?

A

net, fatsoenlijk en verzorgd.

Ambassadeurschap: je vertegenwoordigd de IKWV en de gemeente!!

33
Q

Uitrusting redders:

Wie werd de nieuwe sponsor van de kledij in 2019 en welke kledingstukken staan ter beschikking van de redder?

A
  • Pet
  • Polo (x2)
  • Softshelltrui
  • Zwemshort (x2)
  • Lycra
  • Regenjas
  • Sporttas met daarin nog een waterdichte tas voor natte kledij.
  • Per post enkele regenbroeken
34
Q

Uitrusting redders:

Welke kleurcombinatie is de nieuwe kledij en wanneer mag je wat dragen en in welke combinaties?

A
  • Polo met zwemshort
  • Softshell met zwemshort
  • Polo met zwembroek, alleen in de boot
  • Lycra met zwembroek, alleen in de boot
  • Regenjas indien de weersomstandigheden dit verantwoorden, hetzij op de zwemshort, hetzij op de regenbroek.

Dit altijd in combinatie met: Misthoorn + handseinvlag + zwemvest

35
Q

Uitrusting redders:

Onderhoud kledij

A

Bepaalde kledingstukken worden van technisch hoogwaardige stoffen gemaakt en elke stof heeft zijn bepaalde eigenschappen.
Om al deze eigenschappen te behouden moet de kledij goed onderhouden worden volgens de voorschriften.

36
Q

Reanimatiematerieel:

Reanimatieballon met HEPA-filter

A

High-Efficiency Particulate Air

Beste beademingsoptie zonder besmettingsgevaar voor de redder.

37
Q

reddingsmaterieel:

Indien geen reddingsmaterieel aanwezig of geen specifieke opleiding voor het gebruik van iets:

A

Moet de redder altijd de redding al zwemmend inzetten!

De juiste keuze van het reddingsmaterieel kan de redding aanzienlijk versnellen en veiliger maken

38
Q

Reddingsmaterieel:

De interventieboot

A

Hulpmiddel voor interventies buiten de branding.

Opleiding en training zijn zeer belangrijk!

39
Q

Reddingsmaterieel:
Verschillende types van interventieboten:
Dory

A

Polyester boot

40
Q

Reddingsmaterieel:
Verschillende types van interventieboten:
SKB

A

RIB (Rigid Inflatable Boat) met polyester kiel.

4.30m of 5.10m

41
Q

Reddingsmaterieel:
Verschillende types van interventieboten:
Highfield

A

RIB (RIgid Inflatable Boat) met aluminium kiel

42
Q

Reddingsmaterieel:
Verschillende types van interventieboten:
Lomac

A

RIB (Rigid Inflatable Boat) met polyester kiel.

43
Q
Reddingsmaterieel:
Buitenboordmotoren:
25 Pk -Mercury (4-takt motor)
           - Evinrude (2-takt motor)
40 Pk - Mercury (4-takt motor)
           - Evinrude (2-takt motor)
50 Pk - Mercury motor
A

Motoren tot 40 Pk kunnen rechtstreek met de hand bestuurd worden. Motoren boven de 4à Pk worden meestal bestuurd met afstandsbediening, gashendel, schroefhendel, choke, trimsysteem motor en met stuurwiel. Wordt meestal centraal geplaatst in de boot op een console, ook wel bok genoemd.

44
Q

Begrippen boot:

Boeg

A

neus van de boot, soms voorzien van een bergruimte voor anker, of benzine tank. Bij sommige boten is een touw voorzien in de boeg waar men zich aan kan vasthouden omstabiel door een zware branding of zee te varen

45
Q

Begrippen boot:

Kiel

A

onderste gedeelte van de boot met als bescherming tegen harde voorwerpen (drijvende voorwerpen op zee, stenen op het strand) een inox (inoxidable: roestvaste staalsoort) lat over de volledige lengte van de kiel.

46
Q

Begrippen boot:

Spiegel

A

achterste gedeelte van de boot om de motor op te bevestigen. Meestal voorzien van een inox plaat om de polyester spiegel te beschermen (bij het plaatsen van de buitenboordmotor op de spiegel). De motor wordt op de spiegel vastgeschroefd met de spanvijzen en nog eens extra gezekerd door bouten en moeren door de spiegel geboord.

47
Q

begrippen boot:

Bakboord:

A

linkerzijde van het vaartuig, wanneer je naar de boeg kijkt (bekeken vanuit de boot).

48
Q

begrippen boot:

Stuurboord

A

Rechterzijde van het vaartuig

49
Q

begrippen boot:

Luchtkamers (bij rubber boten)

A

de rubberboten zijn uitgerust met minimum 3 afzonderlijke luchtkamers. Dit is een veiligheid bij eventueel lekvaren.

50
Q

Begrippen boot:

Zelfloossysteem

A

Voor het verwijderen van overtollig water in de boot, tijdens het varen (bevindt zich in de spiegel)

51
Q

Begrippen boot:

Grijplijnen en handgrepen

A

lijnen en handgrepen zijn aangebracht op de boot om zich tijdens het varen goed vast te grijpen. De grijplijnen worden ook gebruikt om materieel
aan te bevestigen zoals de waterdichte zak, de roeispanen, het anker… zodat er tijdens het
varen niets rondslingert in de boot. De handgrepen worden gebruikt tijdens het trekken van de boot op de trailer op het strand en om het touw van het anker aan te bevestigen indien men met de boot voor anker gaat.

52
Q

Begrippen boot:

Sleepogen

A

Om te slepen of gesleept te worden of om de boot op de trailer te trekken. Bij de meeste boten worden de achterste sleepogen ook gebruikt om een beveiliging aan te brengen tussen boot en motor.

53
Q

Begrippen boot:

Bodem

A

soms is de bodem van de boot voorzien van een anti-sliplaag, of een anti-slipmat.
Er zijn nu al bepaalde types van boten die voorzien zijn van een ‘soft top’ materiaal vergelijkbaar met dat van surfboards voor extra grip en veiligheid

54
Q

Begrippen motor:

Gashendel

A

Verhogen of verlagen van het motoroerental

55
Q

Begrippen motor:

Schroefhendel

A

in-of uitschakelen van de schroef in vooruit of achteruit. Deze schakeling gebeurt steeds bij stationair draaiende motor.

56
Q

Begrippen motor:

Choke knop

A

enkel te gebruiken bij starten van een koude motor, waardoor je een verrijkt mengsel van benzine voorziet.

57
Q

Begrippen motor:

Spiegelsteun

A

Heeft 5 standen om de spiegelhoek juist in te stellen. De spiegelhoek is de hoek tussen de staart van de motor en de spiegel. Deze hoek is hoofdzakelijk afhankelijk van de belasting van de boot en/of weertype.
Enkele voorbeelden: hoe zwaarder beladen, hoe groter de spiegelhoek. Bij zware zee, kleinere spiegelhoek.
Deze hoek kan gemakkelijk aangepast worden door een stelpen dichter of verder van de spiegel te plaatsen.
Bij een juist ingestelde spiegelhoek moet de boot, bij volle gas, een weinig met de boeg omhoog varen.

58
Q

Begrippen motor:

Ondiepwatersteun

A

uitklappen van een steun aan de motor waardoor een maximale spiegelhoek kan worden bekomen. Gebruikt om in ondiepe wateren te varen.

59
Q

Begrippen motor:
Lock-release stand
lock:

A

Motor is vergrendeld aan de spiegelsteun en kan dus niet worden gekanteld. Het manueel inschakelen wordt echter nooit toegepast tijdens het varen, dit om schade aan de motor te vermijden (bijvoorbeeld bij het te dicht komen naar het strand, het raken van een obstakel… ).
Deze stand wordt wel gebruikt bij het achteruitvaren.

60
Q

Begrippen motor:
Lock-release stand
release

A

Wordt zoals gezegd hierboven steeds toegepast tijdens het varen. Deze stand is in ieder geval noodzakelijk om de motor te kunnen kantelen.

61
Q

Begrippen motor:

Motorkap

A

Kan gemakkelijk ontgrendeld en verwijderd worden voor het bijvullen van tweetaktolie of om eventuele defecten aan de motor te verhelpen.
Laat bij voorkeur de eventuele defecten oplossen door bevoegde technici.

62
Q

Begrippen motor:

Starttouw

A

Dient om de motor op gang te trekken

63
Q

Begrippen motor:

opofferblokje

A

Door wrijving van de motor in het water ontstaat er een elektrolytisch effect. Hierdoor worden negatief geladen deeltjes opgewekt die de aluminiumlegering van
de motor aantasten.
Door het plaatsen van een opofferblokje op de motor (zinkblokje) corrodeert het zinkblokje vlugger dan de aluminiumlegering van de motor waardoor deze gespaard blijft.

64
Q

Begrippen motor:

Correctievin

A

Verdraaibaar vinnetje, aangebracht op de staart van de motor, (juist boven de motorschroef) die ervoor zorgt dat de boot een rechte koers vaart. Het materiaal van dit vinnetje kan uitgevoerd zijn uit zink en fungeert dan eveneens als opofferblokje.

65
Q

Begrippen motor:

Stopknop

A

Dient om de motor stil te leggen (stroomonderbreker)

66
Q

Begrippen motor:

Dodemanskabel

A

Kabel die kan bevestigd worden op de stopknop of op een daarvoor voorzien contact, volgens het type motor.
Deze dodemanskabel dient steeds verbonden te worden met de bootsman tijdens het varen (pols, enkel…).
Het plots overboord vallen bij onvoorziene omstandigheden geeft het stilvallen van de motor als gevolg.