Hoofdstuk 2 - Communicatie Flashcards

1
Q

Communicatie: Definitie

A

“Communicatie is het proces waarbij iemand de intentie heeft een boodschap over te brengen
naar één of meerdere personen.”
Communicatie = informatie overbrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Communicatiemodel: Zender

A

degene die iets wil overdragen, meedelen en/ of wil beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Communicatiemodel: Ontvanger

A

Degene tot wie de boodschap of informatie is gericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Communicatiemodel: Boodschap

A

Geheel van signalen en symbolen waarmee de zender zijn bedoeling tracht over te brengen aan de ontvanger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Communicatiemodel: Kanaal

A

medium via welke gecommuniceerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Communicatiemodel: Feedback

A

Retour-informatie van de ontvanger naar zender; in feite fungeert de oorspronkelijke ontvanger als zender.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Standaardregel communicatie:

A
  1. Tijdig verstrekt en ontvangen
  2. Inhoudelijk correct
  3. Relevant en bruikbaar
  4. Helder en toegankelijk
  5. Compleet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verbale communicatie

A

Boodschap overbrengen met woorden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Non-verbale communicatie

A

Boodschap overbrengen met gebaren, gelaatsuitdrukking, stemgebruik, gebruikte intonatie, lichaamshouding en oogcontact.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Klantgerichte communicatie: definitie

A

Onder klantgerichte communicatie bij het Redder aan Zee zijn verstaan we de communicatie tussen de strandredders en de badgasten, de baders, passanten op het strand, kortom alle mensen waar we mee in contact komen tijdens het uitoefenen van
onze job.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verband tussen verbale communicatie en lichaamstaal

A

We moeten altijd onze lichaamstaal aanpassen aan de boodschap die we willen brengen, zodat de boodschap (en de informatie daaraan verbonden) door de bestemmeling begrepen zou worden. Samen met een correct, aangepast stemgebruik zorgt je lichaamstaal er immers voor dat de ontvanger je boodschap zal begrijpen!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Correcte procedure bij het gebruiken van de misthoorn en handseinvlag: 3 fasen

A
  1. Aandachtsfase
  2. Richtingsfase
  3. Controlefase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verbaal communiceren

A

CORRECT TAALGEBRUIK

CORRECT STEMGEBRUIK, JUISTE INTONATIE EN STEMVOLUME

LICHAAMSTAAL AANPASSEN AAN DE BOODSCHAP

EMPATHIE I.F.V. DE OVER TE BRENGEN INFORMATIE

DIRECTE VERBALE COMMUNICATIE:
ZONNEBRIL AF,GLIMLACH, VRIENDELIJKHEID,
KLEINE KINDEREN: OP DE KNIEEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

non-verbaal communiceren

A

HET VERSTREKKEN VAN INFORMATIE D.M.V. DIVERSE MIDDELEN

PROCEDURE MISTHOORN EN HANDSEINVLAG:
AANDACHTSFASE - RICHTINGSFASE – CONTROLEFASE

AANDACHT VOOR UITERLIJK-KLEDIJ-LICHAAMSHOUDING

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef negen non-verbale middelen waarover de strandreddingsdienst beschikt

A

Groot infobord

Miradorbord

Signalisatiebord

Signalisatieborden bewaakte zones, surfen toegelaten/verboden…

Signalisatievlaggen

Signalisatieboeien

Misthoorn en rode handseinvlag

Mirador

Beachflags

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Interne communicatie: definitie

A
Communicatie tussen:
redders onderling
redders  postoverste
redders  hoofdredder
reddingsboten  hoofdredder, postoverste, redders.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Interne communicatie: twee soorten

A

dienst gerelateerde communicatie
en
operationele interne communicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Dienst gerelateerde communicatie: Definitie

A

Alle communicatie betreffende de organisatie en het goed fungeren van de reddingsdienst waar je tewerkgesteld bent. Dienst gerelateerde communicatie behelst de dienstregeling van de strandreddingsdienst, interne afspraken, berichten van de hoofdredder, berichten van IKWV, dienstmededelingen, afspraken omtrent oefeningen, enz. …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom is dienst gerelateerde communicatie uitermate belangrijk?

A

Zonder een goede dienst gerelateerde communicatie is er geen goed fungeren van de strandreddingsdienst!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Operationele interne communicatie: definitie

A

De operationele interne communicatie behelst de communicatie intern de strandreddingsdienst over zowel de dagdagelijkse werking van de strandreddingsdienst EN de communicatie intern de strandreddingsdienst over noodsituaties.

Voor wat betreft de operationele interne communicatie kunnen we als strandreddingsdienst beroep doen op twee belangrijke middelen: de GSM (en evt. telefoon) en een portofoonnetwerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Portofoonnetwerk: Repeater Kenwood NXR-710E

A

Een repeater is een radio unit welke het ontvangen radiosignaal opnieuw versterkt uitzendt, zonder vertragingen of creatie van storende echo’s. Enkel het toonslot van de gemeente wordt opnieuw uitgezonden.
Elke repeater is uitgerust met een buitenantenne en is geïnstalleerd op de best mogelijke locatie. Hierdoor wordt de radiodekking binnen een gemeente maximaal. (bv. voor Knokke is dit op de watertoren).

Een repeater versterkt enkel het signaal: het heeft dus geen microfoon. Er is wel een luidspreker aanwezig: hierop kan de communicatie die over de repeater gaat worden uitgeluisterd. Alle radio’s horen de communicatie die via de repeater gebeurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

portofoonnetwerk: Vaste stations: Kenwood NX750E

A

Diverse hulpposten zijn uitgerust met een vaste radio waarop een aantal radiokanalen zijn ingesteld.

Het toestel biedt de mogelijkheid te scannen en te luisteren waar er communicatie is.

Men zet het best zijn portofoon uit als men zich in de nabijheid van een vast station bevindt!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

portofoonnetwerk: Vaste stations: Kenwood NX750E

Voordelen van gebruik van een vaste radio t.o.v. een portofoon:

A

dit is een ideale oplossing voor vaste locaties
waarbij de radio niet verplaatst moet worden en waarbij het bereik verhoogd wordt door gebruik van een buitenantenne.

De vaste stations zijn zo ingesteld dat er kan gecommuniceerd worden binnen de eigen gemeente, de buurgemeentes en K67* (en in sommige gemeentes ook de frequentie van de surfclubs).

De vaste stations zijn opgesteld op vaste locaties, zijn voorzien van een buitenantenne en kunnen eenvoudig op hoger vermogen gezet worden.

Groot voordeel t.o.v. portofoon: hogere buitenantenne, groter vermogen => groter bereik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

portofoonnetwerk: Vaste stations: Kenwood NX750E

Per vaste radio zijn er vier kanalen geprogrammeerd:

A

> de eigen frequentie
volgende gemeente
vorige gemeente (uitgezonderd bij De Panne)
maritiem kanaal K67*
[soms is ook de frequentie van een surfclub, indien deze aanwezig is in de badplaats, voorgeprogrammeerd]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Maritiem Kanaal 67

A

Internationaal SAR Kanaal waarop alle communicatie bij opzoekings- en reddingsacties verloopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat moet je doen als je in de buurt van een vast station komt?

A

Portofoon uitzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welk kanaal wordt bij het opstarten van de radio ingesteld?

A

Het laatst geselecteerde kanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

portofoonnetwerk: Portofoon : KENWOOD NX3200E3

A

Een portofoon is een draagbaar, klein, licht radio zend -en ontvangtoestel dat gebruikt wordt voor communicatie tussen meerdere personen.

Onmisbaar!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Belangrijke informatie bij het dagelijks gebruik van de portofoon:

Opladen portofoons
Wat doe je op het einde van de dag met je portofoon?

A

Op het einde van de dag worden de portofoons uitgeschakeld en in een daartoe voorzien oplaadsysteem geplaatst.

Beschermhoes verwijderen voor het opladen.

Bij het insteken van de portofoon in de lader moet men er steeds van vergewissen dat de portofoon uitgeschakeld is, de portofoon met de oplaadplaatjes naar de contactpunten steken en controleren of het controlelampje van de lader aanslaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Belangrijke informatie bij het dagelijks gebruik van de portofoon:

Beschermhoes portofoon

Is de portofoon waterdicht?

A

NEEN!! geen enkel type portofoon is waterdicht. Hierdoor worden ze in een spatwaterdichte beschermhoes geplaatst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Belangrijke informatie bij het dagelijks gebruik van de portofoon:

Beschermhoes portofoon
Wanneer moet je controleren of de hoes nog waterdicht is en hoe weet je of dit niet meer zo is.

A

Dagelijks!

Damp of waterdruppels duiden op een gaatje in de hoes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Belangrijke informatie bij het dagelijks gebruik van de portofoon:

Beschermhoes portofoon
Wat te doen bij de minste beschadiging aan de hoes?

A

Hoofdredder verwittigen!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Belangrijke informatie bij het dagelijks gebruik van de portofoon:

Beschermhoes portofoon
Hoe draagt men een portofoon?

A
  • De portofoons worden gedragen in de waterdichte beschermhoes aan het lichaam bevestigd, hoog op de borst via een driepuntsgordel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Belangrijke informatie bij het dagelijks gebruik van de portofoon:

Beschermhoes portofoon
Wanneer moet je extra opletten dat de beschermhoes niet in contact komt met scherpe voorwerpen?

A

Bij het verplaatsen van de mirador en bij het kantelen van de motor bij het werken met de interventieboot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Belangrijke informatie bij het dagelijks gebruik van de portofoon:

Beschermhoes portofoon
Wat moet je doen als door de één of andere reden de portofoon toch in contact komt met het zeewater?

A

Het toestel onmiddellijk uitschakelen en batterij verwijderen!!!!!
Daarna onmiddellijk de hoofdredder verwittigen met een ander toestel!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Controle vragen:

Wat wordt bedoeld met interne communicatie van een strandreddingsdienst?

A
COMMUNICATIE TUSSEN 
DE REDDERS ONDERLING 
TUSSEN REDDERS EN POSTOVERSTE, 
TUSSEN HOOFDREDDER EN POSTOVERSTE, TUSSEN REDDERS EN HOOFDREDDER,
TUSSEN DE REDDINGSBOTEN, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Controle vragen:

Wat is dienstgerelateerde communicatie en waarom dit zo belangrijk?

A

Zonder een goede dienst gerelateerde communicatie is er geen goed fungeren van de strandreddingsdienst!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Controle vragen:

Geef een zestal voorbeelden van dienstgerelateerde communicatie.

A
Dienstregeling van de strandreddingsdienst
interne afspraken
berichten van de hoofdredder
berichten van IKWV
dienstmededelingen 
afspraken omtrent oefeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Controle vragen:

Wat is operationele interne communicatie?

A

De operationele interne communicatie behelst de communicatie intern de strandreddingsdienst over zowel de dagdagelijkse werking van de strandreddingsdienst EN de communicatie intern de strandreddingsdienst over noodsituaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Controle vragen:

Welke middelen hebben we ter beschikking om operationele interne communicatie te voeren?

A

GSM (= dienstgsm) + portofoonnetwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Controle vragen:

Uit welke drie onderdelen bestaat het portofoonnetwerk van de strandreddingsdienst?
+ Geef van elk onderdeel een kort woordje uitleg.

A

REPEATER:

  • Alle communicatie van een badplaats gebeurt via een repeater
  • Repeater zendt ontvangen radiosignaal opnieuw versterkt uit
  • Is uitgerust met buitenantenne (best mogelijke locatie)

VASTE STATIONS:

  • Ideaal voor vaste locaties (bv. hulppost)
  • Verhoogd bereik door hogere buitenantenne
  • Communicatie binnen eigen gemeente, buurgemeentes, K67 (soms frequentie surfclubs)

PORTOFOON

  • Draagbaar, klein, licht radio zend- en ontvangtoestel
  • Onmisbaar!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Externe communicatie: definitie

A

Onder externe communicatie verstaan we

  • Operationele externe communicatie met andere hulpdiensten
  • Communicatie via sociale media (Facebook, Instagram, Twitter,…)
  • Communicatie met de pers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Externe communicatie:

Aan wie is Operationele externe communicatie met andere hulpdiensten voorbehouden?

A

Aan de hoofdredder en de adjunct-hoofdredder

Plaatsgebonden kunnen ook andere personen hiervoor aangesteld worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Externe communicatie:

Als communicatiemiddelen binnen dit domein beschikt de strandreddingsdienst over volgende middelen:

A

GSM (en evt. telefoon) en de portofoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Externe communicatie:

Wat zijn de beperkingen van de GSM

A
  1. Geen voorrangsregels. Indien het nummer dat u opbelt, bezet is of het netwerk verzadigd is, is het niet mogelijk om uw oproep op een andere oproep te laten
    voorgaan. Een noodoproep zal onbeantwoord blijven zolang de lijn bezet blijft.
  2. Er wordt een telefonische oproep tussen twee punten tot stand gebracht.
    U kunt slechts een communicatie tot stand brengen indien het telefoonnummer van de andere
    partij bekend is.
  3. Wanneer de communicatie tot stand gebracht is, kunt u geen andere berichten horen. Dat is wenselijk voor privégesprekken maar niet voor nood-, spoed- en veiligheidsverkeer.
  4. Direct contact met de aankomende hulp (bv. ambulance, heli,…) is niet mogelijk, de coördinatie van de reddingsoperaties wordt dan ook bemoeilijkt.
  5. Bij overbelasting is het mogelijk dat het mobiele telefoonnet volledig geblokkeerd wordt.
  6. Het is mogelijk dat de verbinding voor min of meer lange tijd onderbroken wordt en dat je dus geen verbinding hebt.
  7. De batterij van je gsm kan op het slechtst mogelijke moment leeg zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Externe communicatie:

GSM

A

Het gebruik van een gsm waarborgt dus helemaal niet de communicatie in geval van nood.

Het is echter ontegensprekelijk een meerwaarde om bijkomende communicatie te verzorgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Externe communicatie:
Portofoon
Als welk communicatiemiddel kan dit gebruikt worden?

A

Als operationeel intern communicatiemiddel en als operationeel extern communicatiemiddel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Externe communicatie:

Wie is in het bezit van het internationaal SAR Kanaal 67 (156, 375 MHz) op de portofoon?

A

In de meeste badplaatsen is dit de hoofdredder en de adjunct-hoofdredder. In sommige badplaatsen ook bootportofoons met kanaal 67.

49
Q

Externe communicatie:

SAR

A

Search and Rescue

50
Q

Externe communicatie:
MRCC

  • Waar staat de afkorting voor?
A

Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum

51
Q

Externe communicatie:
MRCC

  • Waar is dit gelegen?
A

Oostende

52
Q

Externe communicatie:
MRCC

  • Wat is het?
A

Hét centrale meldpunt voor alle incidenten op zee.

bv. schepen in nood, ongevallen, olieverontreiniging, recreanten in de problemen, verloren kinderen waarbij men denkt dat het in de zee terecht is geraakt.

53
Q

Externe communicatie:
MRCC

  • Wat doen ze?
A

Ze coördineren in dergelijke gevallen altijd de reddingsactie van het begin tot het einde.

Ze beluisteren continu de internationale noodfrequenties.

54
Q

Externe communicatie:

Communicatie via sociale media:

A

Iedereen ziet alles waar je mee bezig bent en alles kan op beelden vastgelegd worden.

55
Q

Externe communicatie:
Communicatie via sociale media:

Waar moet je voor opletten als je iets post ook als je niet van dienst bent?

A

Let op met wat je (ook wanneer je niet van dienst bent) op Facebook, Youtube, Twitter of Instagram zet!

Iets dat de strandreddingsdienst of IKWV ook maar in het minste geval in diskrediet kan brengen wordt niet
getolereerd!

En laat het duidelijk zijn: het gebruik van digitale media tijdens de dienst is een ernstige inbreuk!

56
Q

Externe communicatie:
Communicatie via sociale media:

Waarom moet je opletten als je iets post?

A

Bij het gebruik van sociale media deel je niet alleen informatie maar maak je tegelijkertijd potentieel bewijsmateriaal (pro of contra) voor iedereen toegankelijk.

57
Q

Externe communicatie:
Communicatie met de pers

Mag je de pers te woord staan als ze iets komen vragen over een ongeval en dergelijke?

A

NEEN!!!
het is ten strengste verboden om als redder zonder voorafgaande toestemming van de secretaris IKWV de pers te woord te staan.

Altijd eerst toelating vragen -> zie hoofdstuk 1

De secretaris van IKWV is woordvoerder (zeker het geval bij grote incidenten)

58
Q

Externe communicatie:
Controle vragen
Wat verstaan we onder externe communicatie bij de strandreddingsdienst?

A

Onder externe communicatie verstaan we

  • Operationele externe communicatie met andere hulpdiensten
  • Communicatie via sociale media (Facebook, Instagram, Twitter,…)
  • Communicatie met de pers
59
Q

Externe communicatie:
Controle vragen
Over welke middelen beschikt de strandreddingsdienst om extern te communiceren in geval van nood?

A

GSM (en evt. telefoon) en de portofoon

60
Q

Externe communicatie:
Controle vragen

Geef enkele beperkingen van de gsm bij het gebruik ervan tijdens een noodgeval.

A

De batterij kan plots leeg zijn.
Als de lijn bezet is moet je wachten.
Er is maar communicatie tussen 2 personen.

61
Q

Externe communicatie:
Controle vragen

Met welk kanaal gaan we communiceren met de andere hulpdiensten via de portofoon?

Hoe noemt men dit kanaal?

Wie in de strandreddingsdienst mag/kan communiceren via dit kanaal?

A

k67

SAR kanaal 67

In de meeste badplaatsen is dit de hoofdredder en de adjunct-hoofdredder. In sommige badplaatsen ook bootportofoons met kanaal 67.

62
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Radiotechniek
voorzorgsmaatregelen

A

NOOIT EEN VERBINDING VERSTOREN!!!

Vóór elke uitzending moet men zich ervan vergewissen dat geen enkele andere verbinding zal worden gestoord. Die bepaling geldt in het bijzonder voor noodverkeer, dat absolute voorrang geniet.

63
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Radiotechniek
Te gebruiken techniek

A
  • Hou steeds de microfoon of handset ongeveer 3 à 4 cm van de mond
  • Denk eerst na over wat men gaat zeggen alvorens de zendknop in te drukken
  • Let er op eerst de zendknop in te drukken en dan pas te spreken, NIET simultaan!
  • Spreek steeds klaar en duidelijk
  • Ritme: Tekst indelen in korte en volledige zinsdelen
    Gescheiden door rustpauzes
    Zelden woord voor woord
  • Snelheid: trager dan normale spreeksnelheid! (dicteersnelheid
  • Sterkte: iets luider dan gewone spreektoon (maar niet roepen noch schreeuwen)
  • Druk nooit op de zendknop wanneer een bericht wordt ontvangen
64
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Radiotechniek

Vuistregel radiotechniek: techniek van de 3 k’s

A

Klaar: Spreek duidelijk, articuleer en vermijd het gebruik van dubbelzinnige termen

Kalm: Vermijd van te roepen. Stress is communicatief, je gedrag beïnvloedt dat van jou medewerkers en dat van de slachtoffers

Kort: Denk na alvorens te spreken; belast niet nodeloos het radionet. Laat het net vrij voor zij die het nodig hebben!

65
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Radiotechniek
Vuistregel radiotechniek: techniek van de 3 k’s
Waar staan om te communiceren

A

Proberen uit de wind te staan op een rustige beschutte plek, indien dit niet kan: met je rug in de wind gaan staan.

Wind geeft immers veel geruis!!

66
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Radiotechniek

Met wat moet ik rekening houden als ik een positiebepaling moet geven via de portofoon?

A

Als je een positiebepaling gaat geven aan collega-redders, probeer dan de situatie in te schatten zoals zij ze zullen zien.

  • > Probeer te denken vanuit hun positie
  • > Referenties geven doe je d.m.v. het gebruik van windrichtingen: bv. ten oosten van positie boot (is voor iedereen hetzelfde), ten westen van mirador,…

Bij reële situaties waarbij je daadwerkelijk moet optreden is deze informatie van cruciaal belang!

Ieder misverstand kan immers een vertraging in het reddingsproces betekenen.

Het is dan ook van groot belang dat iedere strandredder deze manier van handelen toepast!

67
Q

Radiocommunicatie - Portofoon

Discipline in het radioverkeer: 7 regels

A
  1. Beperk radioverkeer tot het strikt noodzakelijke minimum
  2. Pas de procedureregels nauwgezet toe
  3. Enkel professionele gesprekken worden gevoerd over de radioverbindingen: -> GEEN privéverkeer
  4. Niet langer dan noodzakelijk op de zendknop drukken
  5. Geen muziek uitzenden
  6. Geen onwelvoeglijke taal gebruiken

Indien men het woord aan de gesprekspartner wenst te verlenen zegt men het woord “OVER”.

Wanneer men een gesprek wil beëindigen, moet men het woord “UIT “gebruiken.
“OVER en UIT” bestaat NIET!!!

68
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Vorm van een radiobericht:

Routineverkeer: vorm van de oproep

A
  1. Ten hoogste driemaal de identificatie van het opgeroepen station
  2. “HIER”
  3. Ten hoogste driemaal de identificatie van het oproepende station
    Na het tot stand komen van de communicatie mag de naam van het station slecht éénmaal worden uitgesproken.
  4. BOODSCHAP
  5. OVER OF UIT
69
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Vorm van een radiobericht:

Noodverkeer: vorm van de oproep

A
  1. Ten hoogste driemaal RADIOSTILTE – ALARMSITUATIE
  2. “HIER”
  3. Ten hoogste driemaal de identificatie van het oproepende station
  4. BOODSCHAP
  5. “OVER”
70
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Vorm van een radiobericht:

Noodverkeer: Wat?

A

Radiostilte Alarmsituatie is een extra indicatie die meteen de aandacht van de opgeroepen posten verscherpt en zo weet meteen iedereen van de strandreddingsdienst die een portofoon hanteert dat het menens is!

71
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Vorm van een radiobericht:

Noodverkeer: Onmiddellijke gevolgen (2)

A
  • Het net vrij maken van routineverkeer (m.a.w. radiostilte).
  • De hoofdpost verwittigen dat er mogelijk bijkomende hulp of assistentie vereist is.
72
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Vorm van een radiobericht:

Noodverkeer: Wie?

A

IEDERE redder die met een noodsituatie geconfronteerd wordt kan dit initiëren.

73
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Vorm van een radiobericht:

Noodverkeer: Wie geeft einde radiostilte aan?

A

De hoofdredder of diens plaatsvervanger

74
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Vorm van een radiobericht:
Radio check: Wat? en hoe quoteren

A

Controle van de verbinding.
cijfer tussen 1 en 5
1. Onverstaanbaar
2. Heel slecht verstaanbaar, soms verstaat men hier en daar een woord
3. Verstaanbaar maar toch nog gestoord
4. Verstaanbaar met nagenoeg geen storing
5. Perfect verstaanbaar

75
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Standaardinformatie radioverkeer bij een reddingsopdracht

Door te geven informatie aan de hoofdredder/ hoofdpost

A

a. Aard van het probleem (bv. Zwemmer in nood)
b. Aantal personen (indien meer dan 1)
c. Plaatsbepaling d.m.v. een eenduidig punt dat iedereen kan verstaan (bv. Drenkeling O-zijde post casino)
d. Vordering (hoe verloopt de reddingsactie).
- > Dit betekent steeds nieuwe, relevante info geven indien dit noodzakelijk is!

76
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Standaardinformatie radioverkeer bij een reddingsopdracht

In een eerste instantie wordt deze informatie gegeven via een CAN rapport

A

CONDITIONS
Wat zijn de omstandigheden
-> aard v.h. probleem, aantal personen, plaatsbepaling

ACTIONS
Wat is de eerste acties die ondernomen worden
-> vordering eerst inzet

NEEDS
Wat is er specifiek nodig om te helpen bij de actie?
-> Middelen nodig om de redding verder uit te voeren

77
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Standaardinformatie radioverkeer bij een reddingsopdracht

Nadien wordt de vordering van de reddingsactie continu geüpdatet via…

A

SITREP
SITuation REPort

-> Via het situatierapport geeft men een precies beeld van de actuele toestand ter plaatse.

78
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Zeg het NAVO-spellingsalfabet op

En spel deze opgave.

A
A	Alfa
B	Bravo
C	Charlie
D	Delta
E	Echo
F	Foxtrot
G	Golf
H	Hotel
I	India
J	Juliett
K	Kilo
L	Lima
M	Mike
N	November
O	Oscar
P	Papa
Q	Quebec
R	Romeo
S	Sierra
T	Tango
U	Uniform
V	Victor
W	Whiskey
X	X-ray
Y	Yankee
Z	Zulu
79
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Terminologie:
Voor OEFENING-OEFENING-OEFENING

A

Wordt gebruikt bij alle communicatie direct voorafgaand aan de eigenlijke radiocommunicatie bij een oefening.
Dit om iedereen er van op de hoogte te stellen dat de radiocommunicatie die volgt een oefening betreft en geen reële situatie.

80
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Terminologie:
Alle posten

A

Met “alle posten” doe je een oproep aan alle posten van het net.

81
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Terminologie:
Begrepen

A

Ik heb het begrip goed begrepen en zal het gevraagde uitvoeren.

82
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Terminologie:
Spreek langzaam

A

Je spreekt te snel : spreek op dicteersnelheid.

83
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Terminologie:
Radiostilte

A

Radiostilte Alarmsituatie is een extra indicatie die meteen de aandacht van de opgeroepen posten verscherpt en zo weet meteen iedereen van de strandreddingsdienst die een portofoon hanteert dat het menens is! Het net wordt vrijgemaakt van routineverkeer en de hoofdpost weet dat er mogelijk bijkomende hulp vereist is.

Iedere redder, geconfronteerd met noodsituatie kan initiëren maar enkel de hoofdredder of diens plaatsvervanger kan ‘einde radiostilte’ aangeven.

84
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Terminologie:
CAN Rapport

A

Staat voor Conditions, Actions & Needs.
In deze mededeling kan de redder die de noodsituatie als eerste coördineert heel wat nuttige informatie doorgeven.

C – conditions: “Wat zijn de omstandigheden?”
A – actions: “Wat is de eerste acties die ondernomen worden?”
N – needs: “Wat is er specifiek nodig om te helpen bij de actie?”

Bv: Can rapport: Drenkeling O-zijde post casino, redder Jonas gaat te water. Stuur onmiddellijk boot ter versterking.

85
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Terminologie:
SITREP

A

SITuation REPort = Via het situatierapport geeft men een precies beeld van de actuele toestand ter plaatse.

Dit kan gevraagd worden tijdens een noodsituatie maar evengoed op gelijk welk moment tijdens de dag wanneer bijvoorbeeld de hoofdredder zich wil vergewissen van de actuele situatie op een bepaalde post.

Een sitrep kan en mag ook spontaan gegeven worden.

86
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Terminologie:
Ik spel

A

Wat volgt is een moeilijk woord gespeld d.m.v. het fonetisch alfabet.

87
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Terminologie:
WILCO

A

Goed ontvangen en begrepen; ik voer uit

88
Q

Radiocommunicatie - Portofoon

Terminologie: ETD

A

ETD: Estimated time of departure:

wordt gebruikt om het tijdstip te geven waarop iemand vertrekt van ergens

89
Q

Radiocommunicatie - Portofoon

Terminologie: ETA

A

ETA: Estimated time of arrival: wordt gebruikt om je vermoedelijke tijdstip van aankomst te geven.

90
Q

Radiocommunicatie - Portofoon

Terminologie: Voorbeeld van ETD en ETA

A

Bv: hoofdredder wordt verwacht op post6:
post6 hier hoofdredder
– ETD centrale post 10hr45 over // hoofdredder hier post 6 begrepen uit.

Eens onderweg stuurt de hoofdredder:
post 6 hier hoofdredder
– ik ben onderweg ETA 11hr (of binnen 15min) over // hoofdredder hier post 6 begrepen
uit

91
Q

Radiocommunicatie - Portofoon

Terminologie: over

A

Ik heb gedaan met spreken en wacht op een antwoord

92
Q

Radiocommunicatie - Portofoon

Terminologie: Uit

A

Ik heb gedaan met spreken en verwacht geen antwoord

93
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Controlevragen:
Met welke voorzorgsmaatregelen moet men rekening houden alvorens een portofoongesprek te beginnen?

A

Geen enkele andere, aan de gang zijnde verbinding, storen - Noodverkeer heeft absolute voorrang

94
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Controlevragen:
Waarover spreekt de vuistregel inzake radiotechniek? Geef een woordje uitleg.

A

regel van de 3 K’s

Kalm Kort Klaar

95
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Controlevragen:
Welke zijn de regels met betrekking tot de discipline in het radioverkeer?

A
  • Radioverkeer beperken tot noodzakelijke minimum
  • Procedures strikt toepassen
  • Geen privé-verkeer
  • Niet langer op zendknop duwen dan noodzakelijk
  • Geen muziek
  • Geen onwelvoeglijke taal
96
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Controlevragen:
Geef de standaardvorm van een routine radiobericht.

A
  1. Ten hoogste driemaal de identificatie van het opgeroepen station
  2. “HIER”
  3. Ten hoogste driemaal de identificatie van het oproepende station
    Na het tot stand komen van de communicatie mag de naam van het station slecht éénmaal worden uitgesproken.
  4. BOODSCHAP
  5. OVER OF UIT
97
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Controlevragen:
Geef de standaardvorm van een noodverkeer radiobericht.

A
  1. Ten hoogste driemaal RADIOSTILTE – ALARMSITUATIE
  2. “HIER”
  3. Ten hoogste driemaal de identificatie van het oproepende station
  4. BOODSCHAP
  5. “OVER”
98
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Controlevragen:
Geef 2 gevolgen van ‘Radiostilte-Alarmsituatie’.

A
  • Het net vrij maken van routineverkeer (m.a.w. radiostilte).
  • De hoofdpost verwittigen dat er mogelijk bijkomende hulp of assistentie vereist is.
99
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Controlevragen:
Wie mag een noodbericht lanceren, en wie mag de radiostilte opheffen?

A

Iedere redder, geconfronteerd met noodsituatie kan initiëren maar enkel de hoofdredder of diens plaatsvervanger kan ‘einde radiostilte’ aangeven.

100
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Controlevragen:
De hoofdredder vraagt een radiocheck aan post 3, schrijf het volledige bericht uit tot en met het einde bericht.

A

Reddingspost 3 Reddingspost 3 Reddingspost 3
Hier hoofdredder “RADIO CHECK” OVER

Hoofdredder, hier Post 3, ik ontvang u 5 op 5 OVER
Reddingspost 3, Hier Hoofdredder, ik ontvang u 5 op 5 UIT

101
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Controlevragen:
Wat is de standaardinformatie inzake radioverkeer bij een reddingsopdracht?

A
  • Aard van het probleem
  • Hoeveel personen betrokken
  • Plaatsbepaling : altijd t.o.v. éénduidig punt dat
    iedereen kan verstaan
  • Vordering van de reddingsactie
102
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Controlevragen:
Spel je naam in het NATO-spellingsalfabet.

A

Tango, Hotel, Oscar, Mike, Alfa, Sierra

Bravo, Oscar, Golf, Alfa, Echo, Romeo, Tango

103
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Controlevragen:
Wat betekent ‘IK SPEL’?

A

Wat volgt is een moeilijk woord gespeld d.m.v. het fonetisch alfabet.

104
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Controlevragen:
Wat betekent ‘SITREP’ en wanneer wordt dit gegeven of gevraagd?

A

SITuation REPort = Via het situatierapport geeft men een precies beeld van de actuele toestand ter plaatse.

Dit kan gevraagd worden tijdens een noodsituatie maar evengoed op gelijk welk moment tijdens de dag wanneer bijvoorbeeld de hoofdredder zich wil vergewissen van de actuele situatie op een bepaalde post.

Een sitrep kan en mag ook spontaan gegeven worden.

105
Q

Radiocommunicatie - Portofoon
Controlevragen:
Wat is een CAN rapport en geef een voorbeeld?

A

Staat voor Conditions, Actions & Needs.
In deze mededeling kan de redder die de noodsituatie als eerste coördineert heel wat nuttige informatie doorgeven.

C – conditions: “Wat zijn de omstandigheden?”
A – actions: “Wat is de eerste acties die ondernomen worden?”
N – needs: “Wat is er specifiek nodig om te helpen bij de actie?”

Bv: Can rapport: Drenkeling O-zijde post casino, redder Jonas gaat te water. Stuur onmiddellijk boot ter versterking.

106
Q

Specifieke situaties
Omgaan met agressie bij badgasten
Wat is agressie?

A

Agressie is gedrag wat iemand inzet om –bewust of onbewust – iets kapot te maken, een ander schade te berokkenen, en-of duidelijk te maken wat hij wel of niet wil.

107
Q

Specifieke situaties
Omgaan met agressie bij badgasten
Wat is de meest plausibele oplossing als strandredder wanneer men met agressie geconfronteerd wordt?

A

Probeer de agressie te doen afnemen, m.a.w. af te bouwen of om te buigen om dan verder te praten.

108
Q

Specifieke situaties
Omgaan met agressie bij badgasten
Wat zou je kunnen doen bij confrontatie met agressie?

A
  • De situatie ontwijken, zo snel mogelijk vermijden of zelfs vluchten
    Als strandredder is dat laatste natuurlijk ‘not done’!
  • Probeer de agressie te doen afnemen, m.a.w. af te bouwen of om te buigen om dan verder te
    praten
    Als strandredder de meest plausibele oplossing!
  • Op een assertieve manier de agressor confronteren met zijn gedrag om de agressie stop te zetten.
    Als strandredder niet aan te raden, omdat dit vaak kan leiden tot geweld wat wij ten allen tijde moeten vermijden!
109
Q

Specifieke situaties
Omgaan met agressie bij badgasten
Hoe pak je confrontatie met agressie aan?

A
  • Probeer steeds KALM te blijven en toon dat je de situatie controleert! Probeer dit te doen zonder dit uiterlijk te laten merken.
  • Roep hulp in van collega-redders, indien nodig vraag bijstand van de politie!
  • Reageer steeds in overeenstemming met je taak als strandredder (m.a.w. ga niet in op agressief gedrag!). Respecteer steeds de normen en waarden die eigen zijn aan je job!
  • Let op je non-verbale communicatie: oogcontact, mimiek, afstand, positie, houding, handen en armen, zitten, ademhaling…
  • Hou afstand!
  • Grijp snel in en laat niet escaleren.
  • Keer nooit je rug naar de agressor maar daag hem of haar ook niet uit!
  • Probeer –als dat nodig is- een gesprek aan te knopen en reik eventueel een oplossing aan.
110
Q

Specifieke situaties
Omgaan met agressie bij badgasten
Wat mag je ZEKER NOOIT doen bij confrontatie met agressie?

A
  • Waarom-vragen
  • Zelf dreigementen uiten
  • In de verdediging gaan
  • Jezelf boven de agressor proberen te plaatsen
  • Denigrerende opmerkingen maken
111
Q

Specifieke situaties
Omgaan met drank en drugs
Basisinformatie

A

Alcohol- en drugsintoxicatie zijn één van de meest voorkomende oorzaken van verdrinking.
Het spreekt vanzelf dat iemand waarvan we het vermoeden hebben dat ze ofwel zat ofwel drugsgeïntoxiceerd zijn, de toegang tot de zee zullen moeten ontzeggen!

112
Q

Specifieke situaties
Omgaan met drank en drugs
Waarom is drank en drugs gevaarlijk als je in zee gaat en welke invloed heeft het op je lichaam in deze situatie?

A

Alcohol zorgt voor een daling van de lichaamstemperatuur en zal de zwemvaardigheid doen afnemen.

Samen met drugs zorgt alcohol ervoor dat je inschattingsvermogen volledig de mist ingaat en je risico’s zult nemen die je anders nooit zou nemen.

113
Q

Specifieke situaties
Omgaan met drank en drugs
Wat doe je als je denkt dat een badgast geïntoxiceerd is en in zee wilt gaan?

A

Badgasten waarvan je ook maar het minste vermoeden hebt dat ze geïntoxiceerd zijn laat je nooit ofte nimmer de zee ingaan!
Dit zal je als redder alleen maar problemen opleveren!
Hou er wel rekening mee dat deze mensen soms agressief uit de hoek kunnen komen wanneer je dat doet.

114
Q

Specifieke situaties
Omgaan met drank en drugs
Wat doe je als je geconfronteerd wordt met overmatig drankgebruik en drugsgebruikers?

A

Onmiddellijk de hulp in van de hoofdredder of zijn assistent inroepen

Vaak zal hier politie aan te pas komen en daar kan
jij je als bewuste strandredder niet mee moeien aangezien je de badgasten moet bewaken die gaan zwemmen!

Rapporteren behoort echter wel tot één van jouw kerntaken dus blijf bij de situatie tot de hoofdredder het van je overneemt.

115
Q

Specifieke situaties
Controle vragen:

Wat is agressie?

A

Agressie is gedrag wat iemand inzet om –bewust of onbewust – iets kapot te maken, een ander schade te
berokkenen, en-of duidelijk te maken wat hij wel of niet wil.

116
Q

Specifieke situaties
Controle vragen:

Wanneer we als strandredder met agressie geconfronteerd worden, welke zou dan onze reactie
moeten zijn?

A

Probeer de agressie te doen afnemen, m.a.w. af te bouwen of om te buigen om dan verder te praten.

117
Q

Specifieke situaties
Controle vragen:

Geef via de 8 regels van aanpak aan hoe je omgaat met een situatie waar agressie de oorzaak is.

A
  • Kalm blijven
  • Hulp inroepen collega’s, desnoods politie erbij halen
  • Respecteer steeds de normen en waarden eigen aan de job als strandredder
  • Let op je non-verbale communicatie: oogcontact,mimiek,afstand,positie,houding,handen en armen,zitten, ademhaling
  • Hou afstand
  • Grijp snel in en laat niet escaleren
  • Keer nooit je rug naar de agressor maar daag hem of haar ook niet uit
  • Probeer –als dat nodig is- een gesprek aan te knopen en reik eventueel een oplossing aan.
118
Q

Specifieke situaties
Controle vragen:
Wat mag je zeker nooit doen als je met agressie geconfronteerd wordt?

A
  • Waarom-vragen
  • Zelf dreigementen uiten
  • In de verdediging gaan
  • Jezelf boven de agressor proberen te plaatsen
  • Denigrerende opmerkingen maken
119
Q

Specifieke situaties
Controle vragen:
Wat doe je indien je merkt dat iemand wil gaan zwemmen maar duidelijk geïntoxiceerd is?

A

Toegang tot de zee ontzeggen!!!

Hulp hoofredder inroepen!