hoofdstuk 5: opvattingen over de hersenen en bewustzijn Flashcards

1
Q

Welke visie heeft Dennett over het bewustzijn en de hersenen?

A

Mechanistische visie
- hersenen zijn pure materie
- bewustzijn is een onbedoeld bijverschijnsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat behoort er bij de mechanistische visie van Dennett?

A
  • op de oude hardware, draait een virtuele machine: het bewustzijn
  • bewustzijn is gewoon een functie dat toevallig draait op de hersenen
  • artificiële intelligentie opvatting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke rol speelde Turning in WOII?

A

Hij ontcijferde de belangrijke codes van de Duitsers, waar ze hij aanvallen doorgaven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat ontwikkelde Alan Turning?

A
  • Turing machine
  • Turing test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de Turning machine?

A

De machine dat de ontcijfering van de geheime codes deed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de Turning Test?

A

Een test om na te gaan of een bepaalde virtuele machine wel werkelijk kan nadoen wat de mens kan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat de Turning test?

A

3 componenten:
1) machine die vragen beantwoordt
2) persoon die vragen beantwoordt
3) geïsoleerde uitvoerder die vragen stelt en moet beslissen welk van de 2 bovenste componenten diegene is met het bewustzijn

=> als de uitvoerder het onderscheid niet kan maken tussen de computer en de mens dan is de computer geslaagd voor de test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een belemmering van de Turning test?

A

Zielsaspect: turning test zegt hier niets over en is het cruciale aspect om verbinding te maken met de werkelijke wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk boek werd er geschreven door William Calvin?

A

De cerebrale symfonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de visie van Calvin?

A

Je kan beslissen of iets een bewustzijn heeft, vanaf het moment dat het de mogelijkheid heeft om andere dan vanzelfsprekende scenario’s uit te voeren.

Schrijft alles toe aan het rationeel bewustzijn => participerend bewustzijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat bedoeld Calvin met het participerend bewustzijn?

A

Het bewustzijn is een wetenschappelijk denkende geest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het Faust-Frankenstein syndroom? (Calvin)

A

Faust-syndroom: Faust verkocht zijn ziel aan de duivel, om zoveel mogelijk kennis te kunnen hebben.
Frankenstein-syndroom: Frankenstein ontwikkelde een wezen met een ‘eigen’ bewustzijn, maar had niet voorzien dat dit wezen slecht kon zijn en hij het niet onder controle ging kunnen houden.

=> Faust-Frankenstein syndroom = de drijfveer van de mens om veel macht te kunnen hebben over de mens, om het vermogen te bezitten, te scheppen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke benadering behoort bij John Searle?

A

Biologisch-naturalistische benadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de visie van Searle?

A

Bewustzijn valt onmogelijk na te maken (common sense verklaring).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is bewustzijn volgens Searle?

A

‘Bewustzijn verwijst naar die toestanden van waarnemingen- of gevoelsvermogen die typisch beginnen als we wakker worden uit een droomloze slaap en voortduren tot we weer in slaap vallen, of in coma raken, of doodgaan, of anderszins ‘bewusteloos’ worden.’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn voorbeelden waarin we het bewustzijn moeilijk kunnen wegdenken volgens Searle?

A
  • bindsight
  • splitbrain
17
Q

Van wie is Steven Pinker de volgeling?

A

Chomsky

18
Q

Wat staat er centraal in de visie van Pinker?

A

Taal: is aangeboren => alle talen gaan terug op universele taal.

19
Q

Waarom vermijd Penrose de woorden ‘geest’ en ‘ziel’?

A

Omdat hij niet verdacht wilt worden van een romanticus te zijn.

20
Q

Welke 2 ‘soorten’ bewustzijn zijn er volgens Penrose?

A

1) bewustzijn als uitkomst van bepaalde algoritmische processen
2) bewustzijn als een niet-berekenbaar gegeven

21
Q

Welke 3 mogelijke posities over oorsprong en rol van het bewustzijn zijn er volgens Hameroff en Penrose?

A

1) bewustzijn als een natuurlijk evolutionair gevolg van de biologisch adaptatie van het brein
2) bewustzijn als een aparte kwaliteit, los van het fysische processen of wetten, die er altijd al geweest is in het universum
3) bewustzijn als gevolg van fysische events die altijd al bestaan hebben in het universum als niet-cognitieve, proto-bewuste events, als deel van fysische wetten die nog niet volledig begrepen worden

22
Q

Wat is de visie van Jack Copeland?

A

Denken impliceert niet noodzakelijk bewustzijn.

23
Q

Wanneer is er sprake van denken volgens Copeland?

A
  • impliceert niet noodzakelijk een bewustzijn
  • machinebewustzijn is niet mogelijk
  • machine zou ook gevoelens kunnen hebben en over vrije wil kunnen beschikken
24
Q

Wat ontwikkelde Copeland?

A

Computer Elisa

25
Q

Wat is de functie van Elisa?

A

Voert psycho-analyses uit en geeft therapie. (Doorstond de turningtest)

26
Q

Wat is een nadeel aan Elisa?

A

Impliciete kennis kan niet geprogrammeerd worden.

27
Q

Wat zijn de 3 bronnen van associatie?

A

1) directe en indirecte causaliteit
2) gemeenschappelijke oorzaak verwarring (confounding)
3) conditionering op een collider (omgekeerde van confounding)

28
Q

Wat zijn de 3 bronnen van vertekening bij de schatting van het causale effect?

A

1) overcontrole: overcontrol bias
2) vertekening door verwarring: confounding bias
3) vertekening door endogene selectie (endogenous selection bias)