Hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

Wanneer is de prismatische werking positief?

A

pijl omhoog, basis 90 & basis rechts richting 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer is de prismatische werking negatief?

A

pijl omlaag, basis richting 270. & links basis richting 180

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie is de waarnemer?

A

de persoon die naar de proefpersoon kijkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een hoogtecompensatie prisma?

A

een prisma dat alleen in de onderste helft van een glas wordt aangebracht om het verschil in verticale prismatische werking, dat bij lenzen ontstaat wanneer een rechter en een linker brillenglas niet gelijk van sterkte zijn, te kunnen compenseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is de decentratie naar onderen of naar boven bij negatieve getallen?

A

onderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is de decentratie naar onderen of naar boven bij positieve getallen?

A

boven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly