Hoofdstuk 5 Flashcards
angstaanjagend
terrifying
voorbode, de
harbinger
uitbesteden aan
to outsource to
benoemen (tot)
to name (to appoint)
weliswaar
admittedly
benadrukken
to emphasize
ijkspunt, het
checkpoint
dreigen (te)
to threaten
schaarste, de
scarcity
grondslag, de
basis
beschaving, de
civilization
bezinning, de
reflection
opjagen (joeg / jaagde op, heeft opgejaagd)
to rush
verwijten
to reproach, to blame
pleidooi, het
plea
zich (n)iets aantrekken van
to (not) care about
zich onderwerpen aan
to submit to
zich overgeven aan
to surrender to
de hang naar
the tendency to
iets / iemand kunnen bijbenen
to be able to keep up with something / someone
de vinger op iets leggen
to know precisely
angst imboezemen
to become afraid
al dan niet
whether or not
het over een andere boeg gooien
to go a different direction
uit de maat lopen
to run out of time
bij tijd en wijle
at times
de boventoon voeren
to predominate
op het spel staan
is at stake
weerbarstig
unruly
wezenlijk
substantial / essential
aanvaarden
to accept
verrichten
to perform or execute (as in work)
ter beschikking (stellen)
available (to make available)
beschikking, de (over)
access
verfijnen
to refine
vrijblijvend
without obligation
uitmaken voor
to make someone out as
onmacht, de
impotence, powerlessness
rijmen met
to rhyme with, to make sense with
aanlokkelijk
attractive
ongerief, het
discomfort
aantasten
to affect
tot op heden
until now
de vraag rijst of
this begs the question whether
voor de lol
for the fun of it
alleen al
just