Hoofdstuk 4.4 "Ongelijkheid en tegenstellingen" Flashcards

1
Q

Als je tegenstelling wilt weten naar welke 4 dingen moet je dan kijken.

A
  • Wie heeft de macht (Politiek)
  • Waar leven de mensen van ( Economie)
  • Wat geeft de natuur (natuur)
  • Hoe leven de mensen (Sociaal-cultureel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat doe je bij een ontwikkelingskompas, Dimensies?

A

Je doet onderzoek naar de oorzaken van ontwikkeling en onderontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem de 2 tegenstellingen.

A
  1. Centrum en Periferie
  2. Massa en Elite.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de tegenstelling bij Centrum en Periferie?

A

Tegenstelling tussen een meer ontwikkeld rijk gebied (Centrum) en een minder ontwikkeld arm gebied (Periferie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen Massa en Elite?

A

een kleine groep mensen leeft zeer welvarend en bezit veel grond, rijkdom en macht, dit is de Elite.

De Elite beslist vaak voor de Massa, een veel grotere groep met mensen die afhankelijk is van de Elite en het vaak slechter heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarin wordt het ‘ontwikkelingskompas’ in verdeeld?

A

In de 4 dimensies:

  1. P(olitiek)
  2. E(conomie)
  3. N(atuur)
  4. S(ociaal-cultureel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar gaat het bij die 4 dimensies vooral om?

A
  • Economie —-> Geld
  • Politiek —-> besluitvorming
  • Sociaal —-> maken, denken en doen
  • Natuur —-> omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij Arm en rijk worden drie regio’s onderscheiden, welke drie zijn dat?

A
  • Centrum
  • Semi-periferie
  • periferie

( toegepast op verschillende schaalniveaus mondiaal, continentaal, regionaal en lokaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de indeling van het ontwikkelingskompas?

A
  • Politiek
  • Economie
  • Natuur
  • Sociaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Begrip: Elite

A

Kleine, welvarende, machtig groep mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Begrip: Grootgrondbezitters?

A

Boer die grote landerijen bezit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Begrip: Massa?

A

Grote groep mensen in de ontwikkelingslanden die weinig welvarend is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Begrip: Invoerrechten?

A

Extra geld dat landen vragen om goederen te mogen leveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Begrip: Handelsbelemmeringen?

A

Economische maatregelen die de handel tussen landen beïnvloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de Politieke oorzaak van tegenstellingen tussen landen.

A

Rijke landen bepalen bijvoorbeeld de hoogte van de invoerrecht: het geld dat betaald moet worden om producten te mogen invoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de Economische oorzaak van tegenstelingen tussen landen?

A

Rijke landen hebben vaak handelsbelemmeringen. Daardoor kunnen arme landen hun producten moeilijker verkopen, wat in nadeel is van de arme landen.

17
Q

Wat is de natuurlijke oorzaak van tegenstellingen tussen landen?

A

De rijke landen liggen in gebieden met gematigde klimaten, met voldoende water en een goede bodem. De arme landen liggen meestal in de droge of tropische streken.

18
Q

Wat is de Sociale oorzaak van tegenstellingen tussen landen?

A

In de rijke landen zijn de mensen hoger opgeleid en daardoor rijker.

19
Q

Kijk naar bladzijde 70 in je werboek opdracht 8!

A