Hoofdstuk 4.2 "Landen in ontwikkeling" Flashcards
Waar moet je naar kijken als je wilt weten of een land arm of rijk is?
Naar het:
BNP –> Bruto Nationaal Product,
BNP per hoofd –>Bruto Nationaal Product per hoofd.
Wat is het BNP?
Bruto Nationaal Product, Al het geld dat er door een land wordt verdiend.
Wat is het BNP per hoofd?
Bruto Nationaal Product per hoofd, Het gemiddelde inkomen per persoon in een land.
Noem drie productiesectoren.
- Primaire sector (Landbouw)
- Secundaire sector (industrie)
- Tertiare sector (diensten)
- (vluchtsector)
Noem bij elke productiesector in wat voor ontwikkeling het land is.
- Primair ‘Landbouwsamenleving’, ontwikkelingslanden.
- Secundair ‘industriële samenleving’, Landen in ontwikkeling (BRIC-landen.
- Tertiair ‘ Dienstensamenleving’, ontwikkelde landen.
- Werken in de vluchtsector, ontwikkelingslanden.
Wat doet de primaire sector en geef voorbeelden.
De Primaire sector haalt producten uit of van de grond, leveren van grondstoffen en voedsel
- Landbouw
- Mijnbouw
- Visserij
Wat doet de Secundaire sector en geef voorbeelden.
Verwerking van de producten uit of van de grond van de Primaire sector.
- Industrie
- Ambacht
- Bouwnijverheid
Wat doet de Teriaire sector en geef voorbeelden.
Verkoop van goederen of diensten,
- Commerciële dienstverlening
- Niet- commerciële dienstverlening
Leg uit wat het sneeuwbaleffect is.
Economische groei –> groei bnp/ bbp –> meer consumptie —> meer vraag naar goederen —> groei industrie —> meer banen —> economische groei.
Geef voorbeelden hoe je de welvaart kan meten (het zijn er 10).
- BNP
- BNP per hoofd
- Beropesbevolking per sector (primair, secundair, tertiair)
- Leeftijdsgrafiek (bevolkingsgroei)
- Import en export
- Human Development Index
- Analfabetisme
- Geboortecijfer
- Levensstandaard
- Urbanisatiegraad (stedelingen)
Begrip: Kolonialisme?
In bezit nemen (door Europese landen) van overzeese gebieden voor economisch of politiek voordeel.
Wat is Neokolonialisme?
Situatie dat arme landen economisch afhankelijk zijn van rijke landen, ondanks de bevochten politieke onafhankelijkheid.
Begrip: productiesectoren.
Indelinh van de beroepsbevolking in primaire, secundaire en tertiaire sector.
Begrip: Zelfvoorzienende landbouw?
Verbouwen van landbouwgewassen voor eigen gebruik.
Begrip: Commerciële landbouw?
Verbouwen van landbouwproducten voor de verkoop.