Hoofdstuk 4.2 "Langdurig Conflict" Flashcards

1
Q

Wanneer begon het Israëlische- palestijnse conflict?

A

Voor 1948

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is het P-I conflict?

A

Omdat de Joden een eigen staat willen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie is er betrokken bij het I-P conflict?

A

Israël en de palestijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

1922

A

Turkse rijk valt uiteen. Groot-Britannië krijgt zeggenschap over Palestina.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

1947

A

Verdelingsplan van de Vn: opdeling van Palestina in een israelische en een Palenstijnse staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

1948:

A

De Britten trekken zich terug en de Joden roepen de Israëlische staat uit. De omliggende Arabische landen vallen direct aan. Israël wint en neemt een deel van de Palestijnse staat in.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

1967:

A

Zesdaagseoorlog: Israël voelt zich bedreigd door Syrië en Egypte en valt deze landen aan. Israël verovert de Sinaï, de Westelijke Jordaanoever, de Golanhoogte en de Gazastrook.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

1973

A

Jom Kipoeroorlog: Syrie en Egypte vallen Israël binnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

1978:

A

Camp david- akkoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

1987- 1993:

A

Eerste Intifada: gewelddadige opstand van de Palestijnen tegen de Israëlische aanwezigheid in Palestijns gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

1993- 1995

A

Oslo- Akkoorden: overeenkomst tussen Israël en Palestijnen. Israël trekt zich geleidelijk terug uit Palestijns gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

2000-2005:

A

2e Intifada: Palestijnen vinden dat Israël zich niet aan de Oslo-akkoorden houdt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

2005

A

Israël draagt de Gazastrook over aan Palestijns bestuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

2006

A

Palestijnse verkiezingen, De partij Hamas wint –> palestijnse burgeroorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

2007

A

Hamas neemt met geweld de macht over de Gazastrook en voert beschietingen uit op Israël, maar ze reageren er niet op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

2008- 2012

A

Geweld tussen Hamas en Israël houdt aan, het vredesproces loopt gevaar. De palestijnse Autoriteit probeert via de VN de Palestijnse staat erkend te krijgen.

17
Q

2012

A

Palestina wordt erkend door de Vn als staat. Als niet- lid van de VN krijgt Palestina een waarnemingsstatus in de VN

18
Q

Wat is het verschil tussen een lang en kort conflict?

A

Langdurig: Kunnen ook erg gewelddadig zijn, maar hoeft niet. Zijn meestal moeilijk op te lossen.

Kortdurig: Kunnen toch erg gewelddadig zijn, maar zijn meestal makkelijker op te lossen.

19
Q

Noem politieke oorzaken van een conflict?

A
  1. Diaspora
  2. meerdere volken in een land (assimilatie)
  3. Ongelijkheid in politieke macht
  4. onderdrukking van bevolking
  5. onenigheid over grondgebied en grenzen
  6. streven naar autonomie
  7. Buitenlandse inmenging
    8.
20
Q
  1. Wat is het probleem over meerdere volken in een land?
  2. Wat is het probleem aan etnische volkeren in een land?
A
  1. De geloven kunnen niet met elkaar omgaan.
  2. Er zijndan problemen aan het verdelen van het land, de grens.
21
Q

Noem economische oorzaken van een conflict:

A
  • strijd om grondstoffen en hulpbronnen
  • economische achteruitgang
    *
22
Q

Noem een sociale oorzaak van een conflict:

A
  • slechte leefomstandigheden
23
Q

Noem culturele oorzaken van een conflict:

A
  • Religieuze en etnische verschillen
24
Q

Noem een milieu en ontwikkelings oorzaak:

A
  • verschil in ontwikkelingsmogelijkheden
  • toegang tot natuurlijke hulpbronnen.