Begrippen H3 "Europa" Flashcards
Europese Unie (EU)
Samenwerkingsverband van een aantal Europese landen, die streven naar meer eenheid.
Europese Integratie
Verdergaande samenwerking in Europa.
Regionale ongelijkheid
Verschillen tussen gebieden die in het achtergebleven gebied omrechtvaardig worden gevonden.
Traditionele landbouw
Type landbouw waarbij de productie laag is.
Vestigingsplaatsfactoren
Reden voor een bedrijf om zich ergens te vestigen.
Inertie
Traagheid in verhuizingen van bedrijven, omdat er veel geld in gebouwen en grond is geïnvesteerd.
Footloose bedrijven
Gemakkelijk verhuisbaar bedrijf dat vrij is in de keuze van een vestigingsplaats.
Regionaal beleid
Maatregelen om de ontwikkeling van bepaalde gebieden te stimuleren.
Verkeer
Hierbij gaat het over de verplaatsing van mensen, vervoermiddelen en informatie van de ene plaats naar de andere plaats.
Vervoer
Hier gaat het over transport of het overbrengen van goederen, mensen, energie en data per vrachtwagen, bus, vliegtuig, trein, schip, pijpleiding of kabel.
Infrastructuur
Geheel van wegen, havens, leidingen en communicatienetwerken.
Mainports
Knooppunt van belangrijke internaionale verkeersroutes.
Hubs
Verkeersknooppunt waar passgiers overstaooen of vracht overgeladen wordt.
Spokes
Alle verkeers- en transportstromen van en naar een verkeersknoop of hub.
Trans-Europese Netewerken (TEN)
Infrastructuele netwerken in de EU op het gebied van vervoer, telecommunicatie en energie.