Hoofdstuk 4.1 Flashcards
1
Q
Asmogendheden
A
Duitsland, Italië, Japan
2
Q
Atoombom
A
Bom met grote vernietigingskracht
3
Q
Blitzkrieg
A
Snelle aanvalstactiek
4
Q
D-Day
A
Landing van geallieerden in Frankrijk
5
Q
Front
A
Plaats waar gevochten wordt
6
Q
Geallieerden
A
Bondgenoten Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten
7
Q
Koopvaardijschepen
A
Handelsschepen
8
Q
Operatie Barbarossa
A
Duitse aanval op de Sovjet-Unie
9
Q
Rode Leger
A
Leger van de Sovjet-Unie
10
Q
Slag om Engeland
A
Duitse aanval met vliegtuigen op Engeland
11
Q
Slag bij Midway
A
Zeeslag waarbij de Amerikaanse Marine de Japanse vloot vernietigde
12
Q
Slag om Stalingrad
A
Grote veldslag in Rusland waarbij een Duits leger voor het eerst werd verslagen door de Sovjets
13
Q
Sovjet-Unie
A
Unie van Communistische landen onder leiding van Rusland