Hoofdstuk 4.1 Flashcards

1
Q

Asmogendheden

A

Duitsland, Italië, Japan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Atoombom

A

Bom met grote vernietigingskracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Blitzkrieg

A

Snelle aanvalstactiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

D-Day

A

Landing van geallieerden in Frankrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Front

A

Plaats waar gevochten wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geallieerden

A

Bondgenoten Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Koopvaardijschepen

A

Handelsschepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Operatie Barbarossa

A

Duitse aanval op de Sovjet-Unie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rode Leger

A

Leger van de Sovjet-Unie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Slag om Engeland

A

Duitse aanval met vliegtuigen op Engeland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Slag bij Midway

A

Zeeslag waarbij de Amerikaanse Marine de Japanse vloot vernietigde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Slag om Stalingrad

A

Grote veldslag in Rusland waarbij een Duits leger voor het eerst werd verslagen door de Sovjets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sovjet-Unie

A

Unie van Communistische landen onder leiding van Rusland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly