Hoofdstuk 4 (verbintenissenrecht - (on)rechtmatige daad) Flashcards
Naast wanprestatie (na het verbreken van de overeenkomst) zijn er nog twee redenen om schade te kunnen vorderen. Welke? En op grond waarvan?
Op grond van een rechtmatige daad en op grond van een onrechtmatige daad. Dit is op grond van de wet, dus niet op grond van een overeenkomst.
Welke 4 voorwaarden moet je bewijzen om schade te kunnen vorderen op grond van de onrechtmatige daad? (cumulatief)
- Er moet sprake zijn van een daad die onrechtmatig is
- Deze onrechtmatigheid moet de dader kunnen worden toegerekend
- Er moet schade zijn
- De schade moet het rechtstreekse gevolg zijn van de onrechtmatigheid van de daad; een causaal verband tussen schade en daad
Wanneer is een daad onrechtmatig? (drie alternatieve voorwaarden)
- Een inbreuk op een recht
- Een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht (zie pag 128 voor uitleg)
- Een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, oftewel een schending van een zorgvuldigheidsnorm. (zie pag 129)
Wanneer maak je een inbreuk op een recht?
Wanneer je inbreuk maakt op een subjectief recht (zie H1 voor subjectief/objectief recht) bijvoorbeeld het eigendomsrecht.
Wat is gevaarzetting?
Een categorie van het schenden van de zorgvuldigheidsnorm. Je pleegt hierbij een onrechtmatige daad door een gevaar in het leven te roepen waar een normaal denkend en handelend persoon geen rekening hoeft te houden.
Op welke twee manieren kan een onrechtmatige daad iemand toegerekend worden? (alternatieve voorwaarden)
- De dader heeft schuld aan het ontstaan van de OD; hem moet dus een verwijt kunnen worden gemaakt of
- de gevolgen van de onrechtmatige daad komen krachtens de wet of verkeersopvattingen ‘gewoon’ voor rekening van de dader.
Welke vier soorten schade zijn er met betrekking tot de onrechtmatige daad?
- Geleden verlies
- Gederfde winst
- Redelijke kosten gemaakt ter voorkoming of beperking van de schade
- Immateriële schade (huurauto)
In welke situaties heeft een benadeelde recht op schadevergoeding op basis van immateriële schade?
- De aansprakelijke persoon heeft de immateriële schade met opzet toegebracht
- De benadeelde heeft lichamelijk letsel opgelopen, is geschaad in zijn eer of goede naam, of is op een andere manier in zijn persoon aangetast.
- De nagedachtenis van een overledene (tot in een bepaalde graag) is aangetast
Welke verweermiddelen heb je, indien je een onrechtmatige daad hebt gepleegd?
- Een rechtvaardigingsgrond waardoor de daad toch niet onrechtmatig is.
- De geschonden norm strekt niet tot bescherming tegen de geleden schade.
Welke vier rechtvaardigheidsgronden bestaan er voor onrechtmatige daden?
- Overmacht
- Noodweer
- Wettelijk voorschrift
- Ambtelijk bevel
Wat houdt de adequatieleer in?
Schade komt in aanmerking voor vergoeding wanneer deze redelijkerwijs te voorzien is. Dit is geen hoofdcriterium meer.
Naast de adequatieleer is er nog een uitgangspunt om vast te stellen of schade in aanmerking komt voor vergoeding. Welke?
Toerekenen naar redelijkheid: valt de schade redelijkerwijs aan de dader toe te rekenen? > toerekeningscriterium (pag 142 casus). Dit is het hoofdcriterium en dus belangrijk!
Welke vier andere belangen kun je vorderen, naast een schadevergoeding?
- Herstel in oude toestand
- Openbaarmaking van een rectificatie (op door rechter aangegeven wijze)
- Verbod met dwangsom (verbod op het plegen van de onrechtmatige daad, dwangsom als men zich hier niet aan houdt)
- Verklaring voor recht (de rechter verklaart een daad onrechtmatig)
Welke vijf vormen van risicoaansprakelijkheid zijn er?
- Ouder vs kind
- Werkgever vs werknemer
- Producent vs gebrekkig product
- Bezitter (on)roerende zaak vs (on)roerende zaak
- Bezitter dier vs dier
Tot en met welke leeftijd is een kind niet aansprakelijk?
13.