Hoofdstuk 12 (Europees recht) > nog niet af Flashcards

1
Q

Geef drie categorieën zaken aan die bij verdrag kunnen worden geregeld.

A
  1. Rechten en plichten tussen staten onderling
  2. Rechten en plichten voor burgers
  3. Internationale organisaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het een verschil tussen een intergouvernementele organisatie en een supranationale organisatie?

A

Intergouvernementeel: staten behouden soevereiniteit, alle staten moeten akkoord zijn met een beslissing
Supranationaal: De EU; landen geven een deel soevereiniteit op, dus kunnen met ongewenste regelgeving te maken krijgen door een meerderheidsbesluit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke landen zijn aangesloten bij de EU?

A

België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Kroatië, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen de monistische en de dualistische visie op het verdrag?

A

Dualistisch = regels die niet door nationale wetgever zijn gemaakt, kunnen nooit zonder slag of stoot in wetgeving worden opgenomen (een internationale nieuwe wet moet eerst ‘vertaald’ worden: een transformatiewet)
Monistisch: regels uit verdragen werken direct door naar nationale rechtsorde. Burgers kunnen zich hier direct op beroepen. (hoog boven laag/verdrag boven nationale wetten)
LET OP! Dit is enkel van belang bij intergouvernementele organisaties, dus niet bij supranationale (EU)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem vier doelstellingen van de EU.

A
  1. Totstandkoming één interne markt
  2. Totstandkoming één monetaire unie
  3. Totstandkoming vrede en welzijn
  4. Totstandkoming vrijheid en veiligheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem de vijf belangrijkste organen van de EU.

A
  • De Europese Raad
  • De Europese Commissie
  • De Raad van de Europese Unie
  • Het Europees Parlement
  • Het Hof van Justitie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Europese Raad

  • functie?
  • samenstelling?
  • frequentie bijeenkomst?
A
  • Functie-
    Bespreken van politiek gevoelige onderwerpen
  • samenstelling-
    Staatshoofden / regeringsleiders van de 28 lidstaten
    Vaste voorzitter, ook wel ‘President van EU’
  • frequentie bijeenkomst-
    Om het half jaar, behalve in noodsituaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Europese Commissie

  • functie?
  • samenstelling?
A
  • functie -
    Exclusief recht van initiatief (alleen zij mogen nieuwe regels initiëren, wel vanuit de Europese Raad en niet op eigen initiatief)
    Opstellen begroting
    Controleren of lidstaten + bedrijven zich aan EU-wetgeving houdt
  • samenstelling -
    28 leden; per lidstaat een burger. Iedere commissaris handelt naar deskundigheid, niet namens de staat van afkomst.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Raad van de Europese Unie

  • functie?
  • samenstelling?
A
  • functie -
    Samen met EC en EP regelgevingen uitvaardigen.
    Beleidsvoering (nieuwe doelen bedenken op hun terrein), waarbij ministers vaak belangen van eigen lidstaat bevechten.
  • samenstelling -
    Afhankelijk van onderwerp; vakminister van elke lidstaat.
    Beslissingen op basis van unanimiteit; steeds vaker toch ook gekwalificeerde meerderheid voldoende.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Europees parlement

  • functie?
  • samenstelling?
A
  • functie -
    Medewetgever, wijzigingen (amendementen) aanbrengen aan ingediende voorstellen.
    Onderwerpen onder de aandacht van EC brengen.
    Instemmingsrechten over bv. nieuwe toetreders
    Evt. weigeren van potentiele nieuwe commissaris
    Goedkeuren begroting.
  • samenstelling-
    736 leden, worden eens per 5 jaar gekozen door ingezetenen. Aantal afhankelijk van omvang bevolking van lidstaat. (NL: 25). Binnen de RvEU is partijvorming.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly