hoofdstuk 4 - sociaal handelen, Marx Weber Flashcards

1
Q

4 vormen van sociaal handelen

A
  1. doelrationeel handelen
  2. waarderationeel handelen
  3. affectief handelen
  4. traditioneel handelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke 2 belangrijke aspecten horen bij het sociaal handelen

A
  1. waarom doe je het –> een doel
  2. waarom doe je die handeling –> manier Waarop je t doet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

doel rationeel handelen

A

gedrag dat zich richt op het halen van doelen, je hebt er goed over na gedacht, het bewust doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarde rationeel handelen

A

het doel komt vanuit je waarden, maar de manier waarop is niet doordacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

affectief handelen

A

gevoelsmatig handelen -> je ziet dat iemand verdrietig is en je slaat een arm om hem heen.
(doen alsof het doelrationeel is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

traditioneel handelen

A

mensen volgen de gewoonten en denken niet na

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

door de modernisering zijn er meer

A

Doel rationeel en waarde rationeel handelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly