Hoofdstuk 4 + rest van tw stof Flashcards

1
Q

Raegens

A

Je toont de verbrandingsproducten aan met een raegens. Het raegens reageert met de stof en geeft dan een kleurverandering of een andere kenmerkende waarneming.

Bijvoorbeeld: De raegens van CO2 is kalkwater. De waarneming is dat de heldere vloeistof naar wit troebel verandert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

koolstofverbinding

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

koolwaterstoffen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

volledige verbranding

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

onvolledige verbranding

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

koolstofmono-oxide

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

grenswaarde

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

destillatie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

destillaat & residu

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fracties & gefractioneerde destillatie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

alkanen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

isomeren

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

onvertakt en vertakt alkaan

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fossiele brandstoffen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kraken

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

alkeen

A
17
Q

biobrandstoffen

A
18
Q

biomassa

A
19
Q

fotosynthese

A
20
Q

biogas

A
21
Q

bio-ethanol

A
22
Q

alkanol

A
23
Q

trage koolstofkringloop

A
24
Q

snelle koolstofkringloop

A
25
Q

natuurlijke broeikaseffect

A
26
Q

versterkte broeikaseffect

A
27
Q

emissie

A
28
Q

zure regen

A
29
Q

zuurgraad / pH

A
30
Q

neutraal, zuur en basisch

A
31
Q

indicator

A
32
Q

verzuring

A
33
Q

ontbrandingstemperatuur

A
34
Q

brandvoorwaarden

A
35
Q

3 manieren waardoor een brand sneller kan verlopen

A
36
Q
A