Hoofdstuk 4 - Rechtvaardigheid en diversiteit Flashcards

4.2. rechtvaardige beslissingen

1
Q

Wat zou het betekenen als onze morele overtuigingen al vastgelegd zijn tijdens de opvoeding?

A

Dat niemand ooit van mening zou veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kunnen gedachte-experimenten, zoals treindilemma, voor morele reflectie zorgen?

A

Verwarring -> twijfel (door spanning tussen pragmatisch oordeel en principe -> kan tot verandering leiden.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is introspectie niet voldoende om rechtvaardige keuzes te maken volgens Sandel?

A

Beter in dialoog met anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke stromingen bestaan er met elk een andere kijk om morele keuzes te beoordelen?

A
  1. gevolgenethiek -> (utilitarisme) hier is enkel het resultaat van belang ongeacht de bedoeling of intentie die er achter zit.
  2. intentie-ethiek -> (deontoligische, plicht ethiek) hier is enkel de bedoeling of intentie van belang, ongeacht de gevolgen. Iets is goed als de intentie erachter goed is, ook al zijn de gevolgen dat niet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke morele regel stelt het utilitarisme van Bentham?

A

Men moet streven naar maximale nut.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt er bedoeld met ‘nut’?

A

Nut is alles wat tot genot of geluk leidt en pijn of lijden voorkomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe lost utilitarisme morele dilemma’s op?

A

Utilitarisme lijkt naar de som van beste uitkomst: grootste geluk, minste pijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is het utilitarisme een intentie of gevolgenethiek?

A

Een gevolgenethiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Is stelen altijd slecht volgens gevolgenethiek/plichtethiek?

A

gevolgenethiek -> nee
plichtethiek -> ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Is moorden altijd slecht volgens gevolgenethiek/plichtethiek?

A

gevolgenethiek -> nee -> msh kan je zo meer moord vermijden in de toekomst.
Plichtethiek -> ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer zou stelen of moorden goed zijn volgens Betham?

A

een moord zou volgens utilitarisme gerechtvaardigd zijn als dat ervoor zorgt dat de som van het geluk dat de moord brengt, groter is dan de som van het lijden .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Leg het eerste bezwaar tegen utilitarisme uit.

A

Het grootste nut houdt geen rekening met de rechten van een individu. De grootste groep geluk schenken ten koste van enkele minderheden is volgens het utilitarisme de beste keuze. Maar dat kan je geen rechtvaardige beslissing noemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg het tweede bezwaar tegen utilitarisme uit.

A

Het is moeilijk om de waarde van geluk exact te meten en te vergelijken. Wat maakt de ene vorm van geluk meer waard dan de andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly