Hoofdstuk 4 B2 Flashcards
1
Q
Toegankelijk
A
Accessible
2
Q
Verslag
A
Account
3
Q
Argumenten
A
Argue
4
Q
Zijdelings
A
Collateral
5
Q
Beperkt
A
Confidend
6
Q
Eigentijds
A
Contemorary
7
Q
Veeleisend
A
Demanding
8
Q
Onderscheid maken
A
Distinguish
9
Q
Dommer maken
A
Dumb down
10
Q
Onderzoek
A
Examination
11
Q
Uitdrukkelijk
A
Explicit
12
Q
Vergezocht
A
Far-fechted
13
Q
Onomstotelijk
A
Incontrovertible
14
Q
Met elkaar reageren
A
Interact
15
Q
In gevaar brengen
A
Jeopardise