Hoofdstuk 3 A2 Flashcards
1
Q
Voorwerp
A
Artefact
2
Q
Luchtvaart
A
Aviation
3
Q
Gevangen nemen
A
Capture
4
Q
Vaststellen
A
Conclude
5
Q
Evenaar
A
Equator
6
Q
Verklaring
A
Explanation
7
Q
Ooggetuige
A
Eyewitness
8
Q
Logboek
A
Flight log
9
Q
Brandstof
A
Fuel
10
Q
Gevaar
A
Hazard
11
Q
Koers zetten
A
Head to
12
Q
Gevangen gezet
A
Imprisoned
13
Q
Staan op
A
Insist
14
Q
Opzetten
A
Mount
15
Q
Stuurman
A
Navigator