Hoofdstuk 3: Onderzoeksmethoden in de bedrijfseconomie Flashcards
Wat houdt de basisdimensie 1 in?
- Gegevensverzameling
- Observeren wat er gebeurt
- Machinaal of menselijke registratie
- Vb. Verkoopcijfers, aandeelkoers, eetgedrag, interpreteren van interactie, registreren van suikertaks (of het al dan niet voorkomt)
- Bevragen
- Vb. Attitude ten opzichte van een merk, kennis over gezondheidsimplicatie van een voedingstof, intentie om te stemmen, interviews, inschatting van opleidingsaanbod in eenbedrijf, …
- Manipuleren
- Vb. suikertaks of niet (gemanipuleerd in het lab of in een regio), verschillende prijsniveaus, boekhoudsystemen, etc.
Wat houdt basisdimensie 2 in?
- Gegevensontsluiting
- Numeriek: tellen en meten aan de hand van een meetinstrument.
- Vb. verkoopcijfers (stuks per dag, x dagen), aandeelkoers (waarde op het einde van de dag, x dagen), eetgedrag (gram chips in een smaaktest), attitude ten opzichte van een merk (op een 7 puntenschaal bij een bevraging), kennis over gezondheidsimplicatie van een voedingstof (kennistest over voeding), verschillende prijsniveaus (1…N) (registeren vanprijszetting van een bepaald product in verschillende winkels bvb).
- Categorisch: klasseren in categorieën
- Vb. intentie om te stemmen (ja of nee, partij 1…N in een poll), suikertaks of niet (zowel gemanipuleerd als ‘spontaan’ gebeurend), prijsniveaus (1…N)
- Interpretatie: begrijpen van geobserveerde gebeurtenissen.
- Vb. interpreteren van een interactie, interviews
Wat is het onderscheid tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek?
- Kwalitatief onderzoek ontsluit de gegevens interpretatief
- Al de andere methodes zijn kwantitatief
Wat is observatie?
- Door observatie en registratie van een welbepaald gedrag gesteld door een welbepaalde observatie-eenheid.
- Het gedrag kan direct geobserveerd en geregistreerd worden als het plaatsvindt, of er kan een spoor van het gedrag gemeten worden (bvb e-mails, aantal verkopen, verloning,…).
- Observatie-eenheid: individu, bedrijf, land, regio, …
Wat zijn de types observatie opgedeeld naar manier?
- Mechanisch (bvb snelheidsmeter op de weg, scanning van productaankopen, surfgedrag, …)
- Menselijke registratie (bvb glimlachen, fysieke afstand tussen verkoper en klant, …)
- Duidelijke coderingscategorieën zijn belangrijk, eventueel interbeoordelaarsratings
Wat zijn de types observatie opgedeeld naar medeweten van de geobserveerde?
- Direct (bvb mensen beseffen dat ze gefilmd worden, dat hun gedrag geregistreerd en geanalyseerd wordt)
- Potentieel ‘proefkonijn’ effect: mensen passen hun gedrag aan omdat ze weten dat ze bekekenworden
- Vooraf aangekondigd of duidelijk publiek (bvb. mensen weten dat hun gesprek kan geanalyseerd worden, dat hun scanner data kan gebruikt worden, dat hun surfgedrag geanalyseerd wordt, dat hun locatie getrackt wordt).
- Mensen vergeten snel dat ze geobserveerd worden en gedragen zich natuurlijk
- Niet geweten (bvb snelheidsmetingen, trafiek in een winkelstraat, tracking van locatie via
gsm. ..)- Is ethisch problematisch en wordt daarom vooral voor geaggregeerde metingen gebruikt of voor gedragingen op publieke plaatsen (bvb snelheidsmetingen of verkeerstellingen)
Wat is spoorobservatie?
- Het gedrag wordt gemeten aan de hand van een spoor dat het nalaat.
- Inhoudsanalyse van tekstueel materiaal: (numerieke) inhoudsanalyse van consumentenreviews, discussies op het internet, bedrijfscommunicaties, …
- Indien exploratief, ‘internet scraping’.
- Sentimentenanalyse (bvb van bedrijfscommunicatie, communicatie over bedrijf/merk.
- Consumentenklachten
- Afvalanalyse(bvbrecycleergedragvanindividuen,maarookmarktaandeel)
- Inhoudsanalyse van tekstueel materiaal: (numerieke) inhoudsanalyse van consumentenreviews, discussies op het internet, bedrijfscommunicaties, …
- Het gedrag wordt geaggregeerd gemeten
- Het gedrag van een systeem wordt geregistreerd aan de hand van welbepaaldedefinities: BNP, inkomen in een stad, aantal auto’s in een stad, aantal km spoorlijnen ineen land
- Verkoopcijfers aan de hand van boekhoudkundige gegevens / stockanalyse
- Productherstellingen (Wat gaat het eerst kapot?)
- Afvalanalyse (bvb. consumptie van producten op bepaalde plaatsen)
Wat zijn de voordelen van spoorobservatie?
- Niet-communicatief: weinig ruimte voor interpretatieverschillen (t.o.v bevraging)
- Minder vertekening door omgeving
- Natuurlijk gedrag in natuurlijke omgeving(t.o.v. laboexperimenten)
- Geen of weinig medewerking vereist van de deelnemers (t.o.v. bevraging)
- Minder vertekening door motieven (t.o.v. bevraging)
- Minder sociale wenselijkheid
- Vertekening door doelen of zelfbeeld
- Spiek jij wel eens op het examen? <-> meting van of iemand spiekt op het examen.
- Het komt voor dat mensen soms spieken en toch nee antwoorden omdat ze hun eigen spiekgedrag wegredeneren (die keer telt niet want…)
- Ben jij eerlijk <–> meting van of iemand spiekt op het examen
- Het komt voor dat mensen spieken maar toch oprecht vinden dat ze eerlijk zijn, omdat ze spiekgedrag als niet relevant voor hun eerlijkheid beschouwen
- Spiek jij wel eens op het examen? <-> meting van of iemand spiekt op het examen.
- Minder vergeten van de relevante gebeurtenis (t.o.v. bevraging)
Hoe voer je een spooronderzoek uit?
- Bepaal de variabelen
- Ga na of de variabele voorhanden is in officiële nationale statistieken of bedrijfsgegevens of databanken voor de juiste observatie-eenheid.
- Vb aantal auto’s per gezin in België in 2000-2015 (observatie-eenheid is hier het land, eventueel provincies, steden, maar niet individuen. Je kan wel hetaantal auto’s per individu berekenen op basis hiervan, maar niet het aantal auto’s voor een bepaald individu)
- Indien niet, bepaal hoe het gedrag gemeten kan worden.
- Baseer je op bestaande metingen en procedures in de literatuur
- Ga na of je deze kan gebruiken in je eigen context
Hoe ga je een spooronderzoek verantwpprden?
- Voeg referenties toe voor je keuzes
- Indien er geen referenties zijn (voorgaande gelijkaardige onderzoeken),
- Beargumenteer goed waarom je het doet op de manier dat je het doet.
- Doe een pretest indien nodig.
Wat is bevraging en survey?
- Constructen worden gemeten via zelf-bevraging aan de hand van goed uitgekiende vragen.
- Die duidelijk, ondubbelzinnig, eenvoudig, en neutraal zijn
- Voorbeeld:
- Ga je binnenkort een nieuwe gsm kopen? (zwak: wat is binnenkort, een gsm is breed).
- Ben je van plan om in de komende 3 maanden een nieuwe smartphone te kopen? (beter)
- Antwoorden kunnen op verschillende manieren gegeven worden.
- Open antwoorden (vereist (numerieke) codering van de output).
- Antwoordopties (opties worden benoemd, beperkt aantal categorieën
- Soms is het eenvoudig (geslacht bvb), soms is een pretest vereist (nagaan welke categorieën vaak voorkomen)
- Schalen (vb. 5 punten schaal)
Waarvoor wordt een bevraging gebruikt?
- Interne toestanden:
- Opinie, attitudes (stellingen, politieke voorkeur)
- Intenties (plannen)
- Plannen zijn moeilijk rechtstreeks te observeren. Het kennen van plannen en intenties kan belangrijk zijn om de juiste mensen aan te spreken (bvb verkopen van een dienst).
- Verwachtingen, vertrouwen
- Wat iemand denkt dat er zal gebeuren kan een belangrijke invloed hebben op zijn of haar gedrag, maar is moeilijk direct te meten (behalve via inferenties)
- Bvb bij het kopen van een product online, verwachten mensen dat het product geleverd wordt.
- Motieven, motivaties
- Dat iemand een product koopt is makkelijk te observeren, maar waarom dit zo is, veel moelijker. Kan relevant zijn omdat het informatie geeft over de te verwachten stabiliteit van het gedrag.
- Kennis (kennis tests)
- Moeilijk observeerbaar gedrag omwille van privacy overwegingen (bv. badkamergewoontes, …)
Wat zijn de sterktes van een bevraging?
- Heel handige en veelzijdige metingen
- Kan snel en bij grote aantallen mensen gebeuren
- Kan op afstand (op papier, online, telefonisch)
- Bij persoonlijke interviews, kan er doorgevraagd worden (extra informatie)
Wat zijn de nadelen van bevraging?
- Sampling fout (reden van weigering hangt samen met factoren die relevant zijn in het onderzoek)
- Stel dat je de invloed van opleiding wil nagaan op online aankopen, maar dat de hoogopgeleiden niet deelnemen omdat ze geen tijd hebben.
- Interviewer bias (interviewer beïnvloedt de antwoorden)
- Deelnemer bias (de antwoorden worden verstoord door factoren die met de deelnemer te maken hebben)
- Sociale wenselijkheid (mensen willen positief / niet negatief overkomen)
- Weinig interesse (in het midden van de schaal antwoorden, fout antwoorden)
- Te weinig kennis (de vragen zijn te moeilijk voor de doelgroep, bvb “hoeveel geld heb je gisteren uitgegeven?”)
Wanneer best geen bevraging gebruiken?
- Gevoelige materie
- Zie de fouten in opinion polls bij verkiezingen
- Informatie die mensen niet goed kunnen inschatten
- Als observatie een goed alternatief is
- Als de vragenlijst te lang dreigt te worden
- Als mensen weinig interesse hebben
Wat zijn de types van surveys?
- Zelf toegediend
- E-mail, internet, op papier
- Snel, en kan afstanden overbruggen, maar is vaak oppervlakkig en niet representatief
- Telefoon
- Mensen worden random opgebeld (op basis van telefoonboek)
- Representatief en snelle (maar representativiteit kalft af omdat mensen niet meer in de telefoonboeken staan). Wordt gebruikt bij polls, marktaandeel-metingen, …
- Gaat enkel voor korte interviews
- Persoonlijke interviews
- Winkelcentra, op straat
- Dieper qua informatie en vaak representatief, maar duur (werkuren) en interviewer bias
Hoe gebeurt de opbouw van een survey op cross-sectionele basis?
- Alle metingen worden gedaan tijdens één moment (‘crosssectie’ of doorsnede van de populatie op een bepaald moment).
- Weinig houvast voor causaliteit omdat de variabelen op één moment gemeten worden.
Hoe gebeurt de opbouw van een survey op longitudinale basis?
- Dezelfde mensen worden herhaaldelijk bevraagd.
- Kan sterke indicaties bieden voor causaliteit
- Bv. Het volgen van extra opleidingen en later inkomen. Als deze twee variabelen op drie momenten gemeten worden (bij 25, 30 en 35 jaar), dan kan je het effect van eerdere opleidingen op later inkomen isoleren (door te controleren voor eerder inkomen)
- Nadeel is drop-out (“attrition”) :de samenstelling van de steekproef kan veranderen over de meetmomenten, attrition kan afhangen van relevante variabelen
- Bvb het volgen van een dieet-gewichtstoename. Het mogelijk effect zou kunnen liggen aan het feit dat zwaardere mensen gemakkelijker stoppen dat minder zware mensen. De cruciale variabelen moeten met andere woorden gecontroleerd worden.
- Let op, je kan ook herhaaldelijk cross-sectioneel onderzoek hebben, waarbij de survey herhaald wordt, maar bij andere mensen.