hoofdstuk 3 moddelen deel 2 Flashcards

1
Q

behoeftenpiramide Maslow: uitleg

A

piramide met onderaan de behoefte die het meest fundamenteel is, behoefte daarboven, komt pas aan bod als die eronder vervult is -> 5 behoeften opgedeeld in enerzijds materiële en anderzijds psychologische behoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

behoeftenpiramide Maslow: fase 1

A

fysiologische of primaire biologische behoeften zoals eten, kleding, lucht, water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

behoeftenpiramide Maslow: fase 2

A

bestaandszekerheid: veiligheid en zekerheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

behoeftenpiramide Maslow: fase 3

A

sociaal contact: vriendschap, liefde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

behoeftenpiramide Maslow: fase 4

A

waardering, status, erkenning en zelfrespect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

behoeftenpiramide Maslow: fase 5

A

zelfontplooiing of zelfactualisatie: persoonlijkheid en mentale groeimogelijkheden ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe noemt Maslow de eerste twee, de materiële behoeften?

A

de lagere fundamentele behoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe noemt Maslow de drie laatste, de psychologische behoeften?

A

de hogere fundamentele behoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voorbeeld toeristisch-recreatieve producten die inspelen op fase 1

A
  • alle logiesinfrastructuur
  • voorziening eten en drinken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

voorbeeld toeristisch-recreatieve producten die inspelen op fase 2

A
  • security aan ingang
  • bagageverzekering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorbeeld toeristisch-recreatieve producten die inspelen op fase 3

A
  • gezinsvakantie
  • deelname aan vrijwilligersreis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voorbeeld toeristisch-recreatieve producten die inspelen op fase 4

A
  • all-inclusive
  • reizen in first class
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voorbeeld toeristisch-recreatieve producten die inspelen op fase 5

A
  • vlucht met privé-jet
  • space tourism
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

‘Psychocentric-Allocentric Model’: uitleg

A

toeristen opgedeeld in 5 groepen op een continuüm met ‘allocentrics of venturers’ aan de ene kant en ‘psychocentrics of dependables’ aan de andere kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

‘Psychocentric-Allocentric Model’: Allocentrics of venturers

A

gaan op zoek naar avontuur, keren niet terug naar bestemming, op zoek naar nieuwigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

‘Psychocentric-Allocentric Model’: Psychocentrics of dependables

A

tot in puntjes georganiseerde reizen, graag gepland, geen risico, zoeken vertrouwde omgeving op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

‘Psychocentric-Allocentric Model’: voorbeelden persoonlijkheidskenmerken Allocentrics of venturers

A
  • adventures
  • self-confident
  • intellectually curious
  • feel in control
  • prefer non-touristy areas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

‘Psychocentric-Allocentric Model’: voorbeelden persoonlijkheidskenmerken: Psychocentrics of dependables

A
  • non-adventurous
  • lacking in confidence
  • intellectually restricted
  • sense of powerlessness
  • prefer the familiar in travel destinations
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

‘Psychocentric-Allocentric Model’: tussenpositie

A

mid-centrics: graag naar plaatsen die al gepopulariseerd zijn door allocentrics

20
Q

‘Psychocentric-Allocentric Model’: 2 andere categorieën naast mid-centric

A
  • near-venturer/near-allocentric
  • near-dependable/near- psychocentric
21
Q

concept srprsme.nl

A

datum ingeven, met hoeveel personen je gaat en vliegreis/… aanduiden, betalen en weet niet waar je heen gaat

22
Q

‘Psychocentric-Allocentric Model’: 3 voorbeelden Psychodentric bestemmingen

A
  • Orlando
  • Beach resorts
  • Atlantic City
23
Q

‘Psychocentric-Allocentric Model’: 3 voorbeelden near-psychocentric bestemmingen

A
  • Hollywood
  • Las Vegas
  • Caribbean cruises
24
Q

‘Psychocentric-Allocentric Model’: 3 voorbeelden Mid-Centric bestemmingen

A
  • Italië
  • Chicago
  • Scandinavia
25
Q

‘Psychocentric-Allocentric Model’: 3 voorbeelden near-allocentric

A
  • Rusland
  • Egypte
  • Australië
26
Q

‘Psychocentric-Allocentric Model’: 3 voorbeelden Allocentric bestemmingen

A
  • Alaska
  • Nepal
  • Fiji
27
Q

‘Tourist Area Life Cycle Model’: uitleg

A

bestemmingen volgen tijdens ontwikkeling S-curve binnen dewelke bepaalde evolutiestadia onderscheiden kunnen worden op basis van aantal toeristen in verhouding tot capaciteit van bestemming

28
Q

‘Tourist Area Life Cycle Model’: 5 fasen

A
  • exploration
  • involvement
  • development
  • consolidation
  • stagnation
29
Q

‘Tourist Area Life Cycle Model’: exploration

A

geen sprake van toeristische industrie

30
Q

‘Tourist Area Life Cycle Model’: involvement

A

lokale bevolking beginnen met voorzien van faciliteiten om meer toeristen op te vangen

31
Q

‘Tourist Area Life Cycle Model’: development

A

steeds meer faciliteiten gebouwd, vooral door grote bedrijven en zo komen meer toeristen

32
Q

‘Tourist Area Life Cycle Model’: consolidation

A

toename toeristen begint af te vlakken

33
Q

‘Tourist Area Life Cycle Model’: stagnation

A

bezoekersaantallen hebben gepiekt, faciliteiten zijn niet zo aantrekkelijk meer

34
Q

‘Tourist Area Life Cycle Model’: 2 mogelijkheden 6e fase

A
  • rejuvenation
  • decline
35
Q

‘Tourist Area Life Cycle Model’: rejuvenation

A

new ‘must-see’ facilities are built to attract more visitors, area becomes smarter and economy grows

36
Q

‘Tourist Area Life Cycle Model’: decline

A

fewer visitors come as the facilities fails to attract interest, area becomes run-down and economy suffers

37
Q

‘Tourist Area Life Cycle Model’: wat staat er op de X-as?

38
Q

‘Tourist Area Life Cycle Model’: wat staat er op de Y-as?

A

nummer van bezoekers

39
Q

link leggen model van Butler en model van Plog: exploration

40
Q

link leggen model van Butler en model van Plog: involvement

A

near venturer

41
Q

link leggen model van Butler en model van Plog: development

A

mid centric

42
Q

link leggen model van Butler en model van Plog: consolidation

A

mid centric

43
Q

link leggen model van Butler en model van Plog: stagnation

A

near dependable

44
Q

link leggen model van Butler en model van Plog: decline/rejuvenation

A

dependable