Hoofdstuk 3: Centrale kracht problemen Flashcards

1
Q

Toon aan, via de Lagrange vergelijkingen, dat de beweging van 2 deeltjes die interageren via conservatieve krachten, equivalent is met enerzijds de vrije beweging
van het zwaartepunt, anderzijds de beweging van 1 deeltje met gereduceerde massa
onder een potentiaal die enkel afhangt van de relatieve positie van de 2 deeltjes.

A

3,1,1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Toon aan dat voor 1 deeltje onderworpen aan een conservatieve centrale kracht, de
beweging plaatsvindt in een vlak, namelijk het vlak door het krachtcentrum loodrecht op het draaimoment, dat een behouden grootheid is.

A

3,2,1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ga over op bolco¨ordinaten en bespreek het particuliere geval als het draaimoment
rond het krachtcentrum verdwijnt, en het deeltje op een rechte door het krachtcentrum beweegt.

A

3,2,2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Toon aan dat bij een algemene beweging onder invloed van een conservatieve, centrale kracht de perksnelheid constant is. Anders gezegd: toon aan dat de positievector van het deeltje in zijn vlakke baan rond het krachtcentrum in gelijke
tijdsintervallen, gelijke oppervalktes beschrijft.

A

3,2,3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Toon aan, via behoud van draaimoment, dat de bewegingsvergelijking voor een
deeltje in een conservatief krachtveld kan gereduceerd worden tot een 2de orde differentiaalvergelijking in de afstand tot het krachtcentrum.

A

3,2,4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Toon aan, via behoud van zowel energie als draaimoment, dat het probleem gereduceerd kan worden tot een 1ste orde differentiaalvergelijking. Geef ook een formele
oplossing.

A

3,2,5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Toon aan dat de 1ste-orde radiale bewegingsvergelijking equivalent is met een 1-
dimensionaal probleem met fictieve potentiaal gelijk aan de som van de echte potentiaal en de centrifugale bijdrage. Schets het verloop van de fictieve potentiaal
in geval van de attractieve invers-kwadratische krachtwet, en geef een kwalitatieve
bespreking van de beweging voor verschillende waarden van de energie.

A

3,3,1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zet de 1ste-orde radiale differentiaalvergelijking in r(t) om in een rechtstreekse
differentiaalvergelijking voor de orbitaal u(θ) met u = 1/r. Bespreek, in geval van
een gebonden beweging tussen twee keerpunten, de voorwaarde voor een gesloten
orbitaal.

A

3,4,1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In geval van een invers kwadratische krachtwet: voer de eccentriciteit in en bespreek
de keerpunten voor de verschillende waarden van de energie: E < 0 , E = 0 , E > 0

A

3,5,1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Toon aan dat de mogelijke orbitalen kegelsneden zijn, en dat de verschillende waar- den van de energie corresponderen met respectievelijk ellipsen, parabolen en hy- perbolen.

A

3.5.2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bespreek de drie wetten van Kepler voor planetenbeweging

A

3.5.3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Toon aan dat, in het geval van een attractieve invers kwadratische krachtwet F = − k /r^2 . n_r , de LRL-vector een behouden grootheid is, en geef een interpretatie.

A

3.6.1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly