Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

Wat is de Meso-Omgeving?

A

Een onderneming staat vaak in wisselwerking met de spelers uit de externe omgeving, deze personen heten de belanghebbenden en vormen de Meso-omgeving.

Deze factoren zijn niet beheersbaar maar wel beïnvloedbaar.

Een sterk netwerk en goeie band met deze contacten is dan ook zeer belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie zijn de stakeholders?

A

Dit zijn de belanghebbenden die de gevolgen ondervinden van de acties die de onderneming uitvoert.

Ze vragen ook een verantwoording voor de acties die worden uitgevoerd. in de vorm van een open gesprek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de 4 soorten stakeholders?

A

De overheid,Financiele,Pers/Media,Maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg stakeholder Overheid uit:

A

De overheid komt vaak met verschillende wetten die de maatschappij gaan leiden alle niveaus van de overheid kan je zien als stakeholder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg de stakeholder financieel uit:

A

Dit zijn de stakeholders die gaan investeren in de organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg de stakeholder pers/media uit:

A

Zij gaan informatie verspreiden over de organisatie en zijn dus zeer belangrijke stakeholders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg de stakeholder maatschappij uit:

A

Dit zijn maatschappelijke organisaties die namens groeperingen standpunten gaan vertolken of gaan onderhandelen over hun belangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie zijn de klanten?

A

Dit zijn de personen die bij de onderneming hun producten gaan inkopen om zo aan behoeftebevrediging
te gaan doen. met dit geld kan de organisatie dan ook continuïteit gaan garanderen.

Als je deze klanten wilt behouden moet er dan ook klantenwaarde gecreëerd worden. Dit is niet zo simpel om elke klant gelukkig te stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie zijn de Leveranciers?

A

Elke organisatie gaat bij andere organisaties g/d aankopen. De onderneming moet zijn relaties op het vlak van prijs, kwaliteit en beschikbaarheid onderhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 4 soorten concurrenten?

A

Product/merkconcurrenten
concurrenten binnen productcategorie
generieke concurrentie
behoefteconcurrentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is substitutie?

A

Er zijn producten uit andere markten waarin jij totaal niet meespeelt die dezelfde behoeftes bevredigen als jouw product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verschil tussen de industriële revolutie en nu?

A

Eigenaar was als aandeelhouder de enige stakeholder.

Nu moet je rekening houden met de omgeving en alle andere stakeholders;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg concurrentensoort product/merkconcurrentie uit:

A

Dit is de concurrentie tussen producten met soortgelijke producten en soortgelijke prijs;
Goed voor merken met elkaar te vergelijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg concurrentensoort binnen eendezelfde productcategorie uit:

A

Dit is de concurrentie voor producten met een soortgelijk soortproduct.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leg concurrentensoort generieke concurrentie uit:

A

Dit is concurrentie wanneer producten eendezelfde functie hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Leg concurrentensoort binnen behoefteconcurrentie uit:

A

Dit is concurrentie als een klant op basis van het product dat hem het meest bevredigd meestal kiest hij hier voorr het product met de laagste prijs.

17
Q

Wat is het vijfkrachtenmodel van porter.

A

Dit bevat de 5 concurrentiekrachten die de aantrekkelijkheid van een markt bepalen.

18
Q

Wat zijn de 5 concurrentiekrachten?

A
Concurrentie
Intredingbarrieres
substitutiedreiging
Leveranciers
Klanten
19
Q

Welke concurrentiekrachten geven meer winstkrachten en welke geven minder winstkrachten

A

Minder: Concurrentie,SubsitutieDreiging
Meer:Klanten,Leveranciers,ToetredingBarrieres