hoofdstuk 3 Flashcards
1
Q
nice, friendly
A
aardig
2
Q
always
A
altijd
3
Q
beard, the
A
baard, de
4
Q
profession, the
A
beroep, het
5
Q
to describe
A
beschrijven
6
Q
for example
A
bijvoorbeeld
7
Q
blond
A
blond
8
Q
glasses, the
A
bril, de
9
Q
brother, the
A
broer, de
10
Q
clown, the
A
clown, de
11
Q
to think
A
denken
12
Q
the same
A
dezelfde
13
Q
thief, the
A
dief, de
14
Q
thick
A
dik
15
Q
daughter, the
A
dochter, de
16
Q
stupid
A
dom
17
Q
dark
A
donker
18
Q
dead
A
dood
19
Q
busy
A
druk
20
Q
thin
A
dun
21
Q
each other
A
elkaar
22
Q
emotional
A
emotioneel
23
Q
family, the
A
familie, de
24
Q
bicycle, the
A
fiets, de
25
patient
geduldig
26
luckily, happy
gelukkig
27
mean
gemeen
28
divorced
gescheiden
29
muscular
gespierd
30
stolen
gestolen
31
married
getrouwd
32
funny
grappig
33
green
groen
34
hair, the
haar, het
35
totally
helemaal
36
to repeat
herhalen
37
somebody
iemnand
38
diligent
ijverig
39
unfortunately, a pity
jammer
40
young
jong
41
child, the
kind, het
42
small
klein
43
short
kort
44
curly
krullend
45
long
lang
46
slow(ly)
langzaam
47
to live
leven
48
to resemble
lijken op
49
to stay over
logeren
50
lazy
lui
51
people, the
mensen, de
52
of course
natuurlijk
53
nephew, the / cousin, the
neef, de
54
decent
netjes
55
niece, the / female cousin, the
nicht, de
56
yet / still / further
nog
57
normal
normaal
58
down-to-earth
nuchter
59
or
of
60
grandmother, the
oma, de
61
impatient
ongeduldig
62
approximately
ongeveer
63
uncertain
unzeker
64
uncle, the
oom, de
65
grandfather, the
opa, de
66
optimistic
optimistisch
67
old
oud
68
deceased
overleden
69
pessimistic
pessimistisch
70
posture, the
postuur, het
71
precise, exactly
precies
72
realistic
realistisch
73
romantic
romantisch
74
quiet
rustig
75
sister-in-law, the
schoonzus, the
76
secretary, the
secretaresse, de
77
slender
slank
78
smart, intelligent
slim
79
sloppy
slordig
80
fast, quickly
snel
81
mustache, the
snor, de
82
miserable
somber
83
sporty
sportief
84
family tree, the
stamboom, de
85
strong
sterk
86
aunt, the
tante, de
87
oppposite, the
tegenovergestelde, het
88
professional athlete, the
topsporter, de
89
appearance, the
uiterlijk, het
90
pronounciation, the
uitspraak, de
91
father, the
vader, de
92
gay, cheerful
vrolijk
93
because
want
94
to bike away
wegfietsen
95
to change
wisselen
96
confident
zelfverzekerd
97
son, the
zoon, de
98
sister, the
zus, de
99
brother-in-law, the
zwager, de
100
black
zwart
