Hoofdstuk 2 (van De Bergen Naar De Zee) Flashcards
kenmerken jonge bergen
zijn hoog, steile hellingen, spitse bergtoppen en diepe dalen
kenmerken oud gebergte
flauwe hellingen, afgeronde bergtoppen en ze zijn veel lager, minder diepe dalen
Kenmerken van oud gebergte de oorzaak
exogene krachten:
slijten de harde gesteenten van de bergen langzaam af
rotsblokken verbrokkelen tot grind
grind vergruist tot zand en klei
kenmerk verwering
afgebroken gesteente blijft ter plekke liggen
wat gebeurt er met erosie en verwering?
Hoe langer ze op een gebied hebben ingewerkt, hoe vlakker en lager het gebied word
In de loop van miljoenen jaren worden de bergen door verwering en erosie steeds minder steil en worden dalen steeds breder
wat gebeurt er na sedimentatie?
Als de gletsjers, rivieren, zee, of de wind het meegevoerde materiaal ergens neerleggen dan word het landschap weer opgebouwd
wat zijn de Alpen?
hoogste gebergte in Europa
vroeger: tropische zee
Daarom: dikke laag sedimentgesteente (zand, planten-en dierenresten, resten)
kalksteen
veranderd door hoge druk en temperatuur in miljoenen jaren in marmer
(Metamorf gesteente)
Vorstverwering
1 water dat in spleten van gesteente is gezakt, bevriest.
2 door de bevriezing zet het water een beetje uit
3 de spleten worden steeds groter
4 er brokkelen stukjes steen af (=verwering)
chemische verwering
Mineralen reageren met zuurstof of water
Voorbeeld: kalk gesteente
dat lost op in zuur grond of regenwater
Er ontstaan dan bijzondere vormen in het kalklandschap
karst
alle landschap vormen die te maken hebben met het oplossen van kalk in water
Wat gebeurt er met de dal als er erosie is?
de V-dal verandert in U-dal
wat is de Rijn een soort rivier?
gemengde rivier
in de bovenloop van de Rijn
hoge stroomsnelheid
Veel erosie
diepe V-dalen
hoe en waar ontstaan watervallen?
Op de plek waar hard gesteente overgaat in
zacht gesteente:
1 slijt het zachte gesteente weg door het water.
2 het harde gesteente blijft liggen.
3 er ontstaat een overhangende rots.
4 hier stort het water naar beneden