HOOFDSTUK 2 - OPDRACHT 18 Flashcards
zwammen
hablar por hablar
babbelen
estar de chachara
kletsen
charlar, hablar
plukken
recoger, desplumar, pelar
bijzonder
especial, particular, extraordinario
te veel
demasiado
buitengewoon
extraordinario, excepcional
extreem
extremo
erg
horrible, terrible
voorzichtig
prudente, cauteloso, cuidadoso
verchrikkelijk
horrible, terrible, espantoso, abominable
ernstig
serio, grave
tomarse algo a pecho (iets ernstig opnemen)
tomarse todo a la ligera (niets ernstig nemen)
tegenargument
contra argumento
argumento opuesto
antwoord
respuesta
motivatie
motivacion
hay mucha motivacion (de motivatie is volop aanwezig)
reactie
reaccion (tegenactie)
razen
rabiar (tekeergaan)
echar pestes (razen en tieren)
pasar rapido (snel bewegen)
vloeken
blasfemar, renegar, maldecir, jurar
fluisteren
susurrar, cuchichear (stiekem)
schreeuwen
gritar, vocear (hard roepen)
schromeljik
terrible, enorme
zich schromelijk vergissen (estar muy equivocado)
schromelijk overdreven (enormemente exagerado)
fulmineren
enfurecerse, fulminar
weerwoord
respuesta, replica
excessief
excesivo
leuteren
estar de chachara,
decir por decir (zomaar zeggen, kletsen)
hablar por hablar
zwammen