HOOFDSTUK 1 - OPDRACHT 6 Flashcards

1
Q

ergens van opkijken

A

verbaasd zijn over iets

sorprenderse de algo

Ik kijk nergens meer van op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het positiefste wat ervan af kan

A

het grootste compliment dat gegeven wordt

El cumplido mas positive que puede darse de algo

Lekker bezig! is zo’n beetje het positiefste wat ervan af kan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

iets niet uitvlakken

A

iest niet onderschatten

No subestimar

maar vlak ook de Japanners niet uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

feeksachtige

A

lastige vrouw

Bruja

beledigende complimented worden meestal gegeven door feeksachtige vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kruiperig

A

Overdreven deemoedig, nederig, of onderdanig, slijmerig.

Demasiado humilde, simple, sumiso, o adulador

Aan de andere kant kan een compliment ook juist iets ondergeschikts, iets kruiperigs hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

van nature

A

alle eigenschappen die aangeboren zijn.

por naturaleza

Mensen zijn van nature optimistisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

neigen / de neiging

A

‘Neigen’ (neigde, geneigd) betekent:
1. naar beneden hellen of buigen.
2. overhellen tot een bepaalde denk- of handelwijze

(1) inclinarse, (2) tender a.

Mensen die van rust en stilte houden, zijn niet geneigd om naar grote evenements te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

redelijk

A

(1) met verstand; (2) billijk, eerlijk; (3) tamelijk, nogal

(1) razonable; (2) justo; (3) bastante

Ik vond het examen moeilijk, maar het resultaat was redelijk.
Het is niet koud, maar het waait redelijk hard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

beledigen / de belediging

A

dingen zeggen of doen die de eer van iemand aantasten

ofender

Onze buurvrouw voelde zich beledigd toen ik vroek of ze hulp noding had bij het schoonmaken van haar ramen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

suggereren / de suggestie

A

(1) voorstellen, opperen: (2) ervoor zorgen dat iemand een bepaald idee krijgt zonder dat rechtstreeks uit te spreken

sugerir

Reclames suggereren vaak dat je heel gelukkig zult worden als je een bepaald product kopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

keurig

A

(1) smaakvol, verzorgd, erg netjes; (2) met goede manieren

(1) impecable, pulcro; (2) de buenas maneras; (3) exigente, delicado.

Je kamer ziet er echt weer keurig iut
Hij ziet er altijd keurig uit met zijn gestreken overhemden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ondergeschikt

A
  1. van iem. afhankelijk; 2. lager in rang; 3. van weinig belang

(1) ser dependiente; (2) de menor rango; (3) de poca importancia

In de negentiende eeuw beschouwde men in Nederland de vrouw als ondergeschikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

beweren / de bewering

A

zeggen dat iets zo is , wat niet altijd waar hoeft te zijn

afirmar, sostener

hij beweert dat hij miljonair is,
hij beweert niets van die inbraak af te weten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gaaf

A
  1. ongeschonden, onbeschadigd; 2.
    (informeel) goed, mooi, leuk: onwijs gaaf

1. intacta, perfecta; 2. genial

Mijn buurvrouw heeft een heelk gave huid, helemaal glad zonder vlekken.
Gaaf dat jhe een prijs hebt gewonnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

toegeven (aan); (gaf toe, toegegeven)

A
  1. iets toestaan of doen wat men eerst niet wilde; 2. erkennen; 3. iets extra’s geven

1. ceder; 2. admitir, reconocer; 3. dar algo extra

Als ik drop zie, dan moet ik een dropje eten. Ik moet daar gewoon aan toegeven.
Geef nou maart toe dat je ook weleens iets onaardigs tegen je ouders hebt gezegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly