Hoofdstuk 2 Onderzoeksmethoden Flashcards

1
Q

Waarom is het van belang om kennis te hebben van onderzoeksmethoden?

A
  1. Dan kun je onderscheid maken tussen betrouwbare informatie en suggesties en adviezen
  2. De informatie is toepasbaar op je alledaagse leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom waren laborattoriumexperimenten belangrijk in de sociale psychologie?

A
  1. De procedures voldeden aan de eisen van de wetenschappers met betrekking tot duidelijkheid en zekerheid
  2. Ze toonden aan dat veel relaties wetenschappelijk onderzocht konden worden, dat deze studies veelbelovend waren en ze trokken de aandacht van veel onderzoekers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem een voorbeeld van een laboratoriumexperiment

A

Het onderzoek van Byrne, die gebruik maakte van de ‘phantom stranger’ techniek, waarbij attitudegelijkenis werd gemanipuleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een nadeel van laboratoriumexperimenten?

A

Ze geven een slechte afspiegeling van de natuurlijke complexiteit van echte relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom kunnen laboratoriumexperimenten toch als belangrijk worden gezien?

A
  1. Ze toonden aan dat relaties wetenschappelijk onderzocht konden worden
  2. Deze studies waren veelbelovend
  3. Deze studies trokken de aandacht van veel onderzoekers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe zien de relatiewetenschappen van tegenwoordig eruit?

A
  • Gebruiken vaak meerdere steekproeven met diverse mensen (verschillende levensfases en verschillende werelddelen)
  • Onderzoeken verschillende soorten familie-, vriendschappelijke of romantische relaties
  • Onderzoeken deze relaties vaak over langere tijd
  • Bestuderen zowel de positieve als de negatieve kanten van relaties
  • Bestuderen relaties vaak in hun natuurlijke omgeving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat bleek uit het onderzoek van Finkel et al. (2010) ?

A

Speed-date studies geven inzicht in basiselementen van romantische relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wat onderzochten Ickes et al. (2009) ?

A

Bestudeerden spontane, onvoorbereide gesprekken tussen mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke methode gebruikte Mehl et al. (2011)

A

Ze gaven participanten zakcomputers die ze gedurende de dag bij zich droegen. Op bepaalde intervallen werden geluidsopnamen afgenomen die een idee gaven van het natuurlijke verloop van sociale interacties in het dagelijks leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat bleek uit het onderzoek van Gottman et al. (2000)

A

Vroegen getrouwde koppels op een aangename plek te praten over hun laatste ruzie, waarbij ze gefilmd werden. Gottman kon na analyse met een accuraatheid van 93% welke koppels wel en niet zouden scheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk onderzoek voerden Orbuch en Veroff (2010) uit?

A

Het ‘Early Years of Marriage Project’ bekijkt de invloed van sociale en economische omstandigheden op tevredenheid in het huwelijk en vergelijkt deze invloed voor witte en zwarte Amerikanen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke soorten vragen kun je stellen binnen de relatiewetenschappen?

A
  1. Beschrijvend

2. Causale verbanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontstaat een onderzoeksvraag?

A

Onderzoeksvragen kunnen onder andere ontstaan uit: persoonlijke ervaring, sociale problemen die spelen in de maatschappij, of voorgaand onderzoek en theorieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waardoor wordt het ontwerp van de studie bepaald?

A

Het type onderzoeksvraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Op welke twee manieren kunnen participanten worden geworven?

A
  1. Convenience sample

2. Representative sample

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke participanten worden het meest gebruikt in relatieonderzoeken?

A

Mensen uit WEIRD culturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Noem een bekend onderzoek waarbij gebruik gemaakt werd van een convenience sampe

A

Russell Clark deed onderzoek naar de verschillen tussen mannen en vrouwen in reactie op een uitnodiging van een vreemde (Zie tabel 2.1). Er waren verschillende groepen: één groep kreeg de vraag om vanavond mee uit te gaan, een ander om die avond mee naar huis te gaan en de laatste om die avond seks te hebben. Clark gebruikte een gemakkelijkheidsteekproef die bestond uit studenten aan de universiteit van Florida. Achteraf was er daarom veel kritiek dat de resultaten niet generaliseerbaar zijn naar andere groepen, maar de studie gaf wel een algemene tendens weer: mannen zijn over het algemeen meer bereid om seks met een onbekende te hebben dan vrouwen. Later is dit effect daadwerkelijk gerepliceerd door de hele wereld, met meer dan 20.000 participanten. Dit laat zien dat zolang de resultaten van een onderzoek kritisch worden bekeken, zelfs studies met kleine gemakkelijkheidsteekproeven een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de relatiewetenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een volunteer bias?

A

Een volunteer bias ontstaat als mensen die participeren in het onderzoeken verschillen van mensen die niet participeren in het onderzoek. Dit beperkt de bruikbaarheid van de onderzoeksresultaten, omdat ze niet gegeneraliseerd kunnen worden naar degene die niet participeerden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een correlationeel onderzoek?

A

Een correlatie geeft antwoord op de vraag of twee gebeurtenissen elkaar beïnvloeden, of de variatie in de ene variabele gerelateerd is aan variatie in de andere variabele. Correlaties worden aangegeven met getallen die variëren van -1.00 tot +1.00. Hoe groter het absolute getal, hoe sterker de relatie tussen twee variabelen. Een positieve relatie betekent dat de variabelen in dezelfde richting omhoog of omlaag veranderen en een negatieve relatie betekent dat beide variabelen in tegenovergestelde richting veranderen. Correlationeel onderzoek beantwoordt vaak beschrijvende vragen over het natuurlijke verloop van gebeurtenissen. Correlaties vertellen iets over een relatie tussen twee dingen, maar ze zeggen niets over waarom ze gerelateerd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke twee problemen kunnen zich voordoen bij correlationeel onderzoek?

A
  1. Richting relatie is onduidelijk

2. Het bestaan van een derde variabele

21
Q

Kunnen er causale verbanden worden uitgesloten op basis van correlaties?

A

Als er echter een groot aantal correlaties gevonden zijn tussen meerdere variabelen of als dit gevonden is tijdens verschillende metingen of over een periode van tijd, zijn er statistische analyses die enkele causale verbanden uit kunnen sluiten.

22
Q

Wat is een experimenteel ontwerp?

A

Experimenten leveren rechtstreekse informatie over oorzaken en hun effecten omdat onderzoekers de condities die ze bestuderen zelf creëren en controleren. In een echt experiment manipuleren onderzoekers één of meerdere variabelen en wijzen participanten willekeurig toe aan de verschillende condities die ze hebben gecreëerd om te zien hoe deze verschillen de participanten beïnvloeden. Een experimenteel ontwerp geeft een duidelijkere en meer definitieve test van causale verbanden dan andere ontwerpen. Toch wordt dit onderzoeksontwerp niet bij elke studie gebruikt, omdat het niet altijd mogelijk is om de variabelen te controleren en te manipuleren.

23
Q

Welke soorten ontwikkelingsontwerpen bestaan er?

A
  1. Cross-sectioneel
  2. Longitudinaal
  3. Retrospectief
24
Q

Wat is een cross-sectioneel ontwerp?

A

Dit is het meest voorkomende ontwikkelingsontwerp. Het vergelijkt groepen mensen op een bepaalde variabele in verschillende fases of leeftijden. Het zijn correlationele onderzoeken, dus er moet kritisch gekeken worden naar de conclusies die hieruit getrokken worden. De verschillende groepen hebben namelijk verschillende sociale, culturele en politieke omstandigheden meegemaakt die de resultaten ook kunnen verklaren.

25
Q

Wat is een longitudinaal ontwerp?

A

Hierin worden dezelfde participanten gevolgd over een lange periode door middel van herhaalde metingen. Ook hier moeten conclusies voorzichtig worden getrokken, want grote veranderingen in de omgeving kunnen een alternatieve oorzaak zijn van een gevonden resultaat. Een groot probleem van longitudinaal onderzoek is uitval van participanten (participant attrition). Hierdoor wordt de representativiteit van de steekproef mogelijk aangetast.
Soms wordt een combinatie van longitudinaal en cross-sectioneel onderzoek gebruikt om historische invloeden uit te sluiten. Er worden dan over langere tijd metingen afgenomen bij groepen in verschillende fasen.

26
Q

Wat is een retrospectief ontwerp?

A

Hierin worden aan participanten vragen gesteld over ervaringen in het verleden, zowel kort als lang geleden. Dit ontwerp is erg flexibel, maar heeft het nadeel dat het onzeker is of herinneringen beïnvloed zijn door recente ervaringen.

27
Q

Wat zijn voor/nadelen van laboratorium experimenten?

A

Een voordeel van een laboratorium is dat er betere controle mogelijk is van externe, ongewenste invloeden, maar een nadeel is dat er kunstmatig gedrag gemeten wordt dat het natuurlijke gedrag slecht weergeeft.

28
Q

Wat zijn voor/nadelen van een natuurlijke setting?

A

Een natuurlijke setting heeft als voordeel dat er natuurlijk gedrag gemeten wordt, maar een nadeel is dat externe variabelen slecht te controleren zijn.

29
Q

Wat kan er gezegd worden over rollenspellen?

A

Soms biedt een rollenspel de oplossing voor de nadelen van beide settings. Hierin wordt aan participanten gevraagd een bepaald gedrag te vertonen. Er kan bijvoorbeeld een scenario van een situatie gegeven worden die de participanten moeten lezen en zich in moeten beelden. Een andere mogelijkheid is een simulatie, waarin mensen vragen een bepaalde rol te spelen in een voorbeeldsituatie. Studies met rollenspellen zijn een ethisch verdedigbare manier van het onderzoeken van emotioneel geladen onderwerpen, maar het is mogelijk dat mensen zich gedragen zoals ze denken dat hoort in plaats van wat ze werkelijk zouden doen in de situatie.

30
Q

Wat zijn (voordelen van) Immersive virtual environments?

A

Een nieuwe manier om menselijke interactie te bestuderen maakt gebruik van immersive virtual environments (IVes). Hoewel participanten weten dat de omgeving niet echt is, gaan ze er toch in op, en vertonen gedrag dat lijkt op het handelen van mensen in het dagelijkse leven. Bovendien kunnen onderzoekers veel controle uitoefenen.

31
Q

Welke twee typen datacollectie worden veel gebruikt?

A

1) Rapportage door mensen zelf

2) Observaties van menselijk gedrag

32
Q

Wat zijn voordelen van zelfrapportages?

A
  1. Op deze manier kan men aan data komen die niet op een andere manier kan worden verkregen.
  2. Bovendien zijn zelfrapportages goedkoop en eenvoudig te verkrijgen.
33
Q

Wat zijn nadelen van zelfrapportage?

A

Zo wordt de data beïnvloed door de manier waarop de participant de vraag van de onderzoeker interpreteert. Als de vraag verkeerd wordt begrepen, kunnen de resultaten misleidend zijn. In de tweede plaats zijn mensen niet altijd accuraat in het herinneren van hun ervaringen. Het meest accuraat zijn beschrijvingen van specifieke, objectieve, recentelijk ervaren gebeurtenissen. Bovendien is de mogelijkheid dat zelfrapportages systematisch vertekend of verstoord zijn. Hiervoor zijn twee redenen. Er kan sprake zijn van een self-serving bias, waarbij mensen hun aandeel in positieve gebeurtenissen overschatten maar hun aandeel in negatieve gebeurtenissen onderschatten. Mensen doen dit om een positief zelfbeeld te kunnen behouden. In de tweede plaats vertellen individuen soms bewust de waarheid niet. Het bekendste voorbeeld hiervan is de vertekening door sociale wenselijkheid (social desirability bias), die ontstaat doordat mensen een goede indruk willen maken op anderen. Deze vertekening is zo belangrijk dat er een schaal ontworpen is die meet in welke mate mensen geneigd zijn hun relatie beter te representeren dan de werkelijkheid.

34
Q

Wat is experience sampling?

A

Een andere manier om data te verkrijgen is door het direct observeren van gedrag. Een bepaalde methode van observatie wordt experience-samping genoemd. Hierbij wordt gedrag in korte perioden met tussenpozen gemeten om het natuurlijk voorkomen van bepaald gedrag te onderzoeken. Het is een efficiënte manier van meten, maar als het gedrag maar zelden voorkomt, bestaat het risico dat het gedrag niet voorkomt tijdens de perioden van observatie. Wanneer het bepaalde gedrag wel voorkomt, maken onderzoekers vaak ratings die de gebeurtenis in globale, vaak subjectieve, termen beschrijven.

35
Q

Wat zijn coding procedures?

A

Ze kunnen ook gebruik maken van coding procedures die zich richten op specifiek gedrag. Dit is vaak objectiever, maar complexe coderingsschema’s vergen vaak uitgebreide training van observatoren.

36
Q

Noem een voorbeeld van een nieuwe technologie die gedrag kan meten

A

Verbeterde technologie levert nieuwe methoden om gedrag te meten. Een voorbeeld hiervan is de eye-tracking methodology, die de oogbewegingen van participanten kan volgen om bijvoorbeeld te onderzoeken in wie we visueel het meest geïnteresseerd zijn.

37
Q

Wat zijn voordelen van observaties?

A
  • Getrainde observatoren interpreteren de bedoeling van de onderzoeker meestal juist.
  • Er is vrijwel geen risico op slecht geheugen of vertekeningen.
38
Q

Wat zijn nadelen van observaties?

A
  • Observaties geven geen informatie over de eigen perceptie op ervaringen.
  • Studies die observaties gebruiken zijn vaak duur, kosten veel tijd en vragen soms uitgebreide en ingewikkelde apparatuur.
  • Risico op reactiviteit: participanten veranderen mogelijk hun gedrag als ze weten dat ze geobserveerd worden.
39
Q

Wat zijn fysiologische metingen?

A

Fysiologische metingen zijn metingen van de autonome en biologische reacties van mensen. Voorbeelden hiervan zijn hartslag, spierspanning, genitale opwinding en hormoonproductie. Zulke metingen hebben het voordeel dat ze niet beïnvloed kunnen worden door reactiviteit. Sommige onderzoeken bekijken de manier waarop fysiologie onze interacties met anderen vormt. Zo is gevonden dat moeders met hogere waardes van oxytocine zich vaker binden aan hun pasgeboren kinderen. Andere studies bekijken hoe interacties onze fysiologische processen beïnvloeden. Vergeving blijkt bijvoorbeeld te leiden tot lagere hartslag en spierspanning.

40
Q

Wat zijn fysiologische markers?

A

Er zijn ook studies die de fysiologische markers van sociaal gedrag in kaart proberen te brengen. De hersengebieden die actief zijn bij liefde en lust zijn bijvoorbeeld onderzocht.

41
Q

Worden fysiologische metingen vaak gebruikt?

A

Fysiologische metingen zijn vaak duur, maar worden steeds meer gebruikt omdat ze relatiewetenschappers de mogelijkheid geven de belangrijke verbanden tussen fysiologische en sociale bronnen van gedrag te onderzoeken.

42
Q

Welke soorten archiefmateriaal worden gebruikt?

A

Historische archieven vermijden ook het probleem van reactiviteit. Persoonlijke documenten als foto’s en dagboeken, openbare media zoals kranten en tijdschriften en overheidsdocumenten als huwelijkscertificaten kunnen waardevolle informatiebronnen zijn. Ook zijn ze doorgaans goedkoop om te gebruiken. Het nadeel is dat archiefdata beperkt zijn en mogelijk niet alle informatie bevatten die nodig is om een compleet beeld te geven.

43
Q

Waarom kan relatieonderzoek zorgen voor ethische dilemma’s?

A

De relatiewetenschappen hebben te maken met een aantal belangrijke ethische dilemma’s. Er is een risico dat de vragen die een onderzoeker stelt een koppel kan wijzen op problemen of frustraties waar ze zich eerst niet bewust van waren, ondanks dat dit niet de bedoeling is

44
Q

Hoe kunnen onderzoekers omgaan met ethische dilemma’s?

A
  • Ze vertrekken gedetailleerde informatie over het onderzoek, zodat participanten een weloverwogen beslissing kunnen maken over deelname. Dit wordt ook wel informed consent genoemd.
  • Participanten werken vrijwillig mee aan een onderzoek en kunnen op elk moment stoppen zonder dat dit negatieve gevolgen heeft.
  • Na het verkrijgen van de data kunnen participanten desgewenst feedback ontvangen over de werkelijke bedoeling en achtergrond van het onderzoek.
  • Na het onderzoek worden de resultaten doorgaans beschikbaar gesteld aan de participanten en soms wordt gratis psychologische hulp aangeboden.
45
Q

Hoe kan de mensheid profiteren van onderzoek?

A

Aan de andere kant bestaat er ook de ethische noodzakelijkheid voor de wetenschap om kennis te ontwikkelen waarvan de mens kan profiteren. Zo is het Healthy Marriage Initiative ontstaan om de Afrikaans-Amerikaanse populatie vaardigheden te leren voor het in stand houden van hun huwelijken. Hieruit bleek dat het hoge percentage scheidingen vooral te maken had met sociale klasse in plaats van individuele vaardigheden. Dit is een voorbeeld van een situatie waarin de mensheid van wetenschappelijk onderzoek kan profiteren.

46
Q

Welke problemen doen zich voor bij relatieonderzoeken?

A

• Gepaarde, afhankelijke data
De meeste statistische analyses hebben als voorwaarde dat de scores van verschillende participanten onafhankelijk zijn. Dit is echter niet het geval als beide leden van een koppel onderzocht worden. Daarom worden hiervoor speciale statistische procedures aangeraden.
• Verschillende niveaus van analyse
Onderzoekers moeten de keuze maken of ze hun data analyseren op individueel niveau, gericht op de twee individuen die een koppel zijn, of op dyadisch niveau dat zich richt op de koppels zelf. Belangrijk is dat de methode van statistische analyse hierop aansluit.
• Drie bronnen van invloed
Relaties ontstaan uit het individuele aandeel van beide partners én uit de unieke effecten die de interactie tussen beide levert.

47
Q

Waarom worden meta-analyses gedaan?

A

Resultaten die gevonden zijn door meerdere, verschillende onderzoekers met verschillende steekproeven en gerepliceerd worden met verschillende methoden leveren een sterker bewijs dan een enkele studie. Daarom worden tegenwoordig vaak meta-analyses gedaan die resultaten uit eerdere studies statistisch combineren.

48
Q

Wat kan geconcludeerd worden met betrekking tot onderzoeksmethoden in de relatiewetenschappen?

A

In het begin van de relatiewetenschappen gebruikten de meeste studies een cross-sectioneel ontwerp die zelfrapportages verkreeg van een gemakkelijkheidsteekproef. Hoewel er nog steeds zulke studies gedaan worden, is de variëteit aan methoden waarmee wetenschappers tegenwoordig werken een sterke kant van het veld. Verder is de vaardigheid om te kunnen onderscheiden wat we wel en niet weten een teken van eerlijkheid en ontwikkelende wijsheid.