Hoofdstuk 2: onderzoek naar smartphonegebruik en mentaal welzijn Flashcards

1
Q

Wat is een aselecte steekproef?

A

steekproefmethode waarbij je willekeurig een steekproef selecteert. Deze methode wordt ook wel de kanssteekproef, willekeurige selectie of random sampling genoemd.

Om willekeurig te zijn, moet elke onderzoekseenheid (e.g., een persoon, bedrijf of organisatie in je populatie) een gelijke kans hebben om geselecteerd te worden. Dit gebeurt meestal via een willekeurig selectieproces, zoals een loting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een enkelvoudige aselecte steekproef?

A

De eenvoudigste versie van een aselecte steekproef. De onderzoeker kiest willekeurig participanten uit een populatie om een steekproef te vormen. Ieder lid van de populatie heeft een even grote kans om in de steekproef te belanden. Vervolgens vindt de dataverzameling plaats.

Deze methode is de meest eenvoudige variant van de aselecte steekproef, omdat je maar één steekproeftrekking hoeft te doen en je weinig kennis hoeft te hebben van je populatie. Aangezien je de participanten willekeurig selecteert, heeft je onderzoek in principe een hoge interne en externe validiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een Gestratificeerde steekproeftrekkingen

A

populatie onderverdelen in strata en dan EAS per stratum
Je splitst je populatie op in strata (bijvoorbeeld op basis van gender of afkomst) en kiest willekeurig uit deze subgroepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is non-respons bias?

A

degenen die niet reageren op een enquête of onderzoek anders zijn dan degenen die wel reageren op manieren die van cruciaal belang zijn voor de doelstellingen van het onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn uitkomstvariabelen?

A
  • ze representeren de uitkomst die je wilt meten.
  • verandert als gevolg van de manipulatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn verklarende variabelen?

A

de variabele die je manipuleert of waar je veranderingen in waarneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn controlevariabelen?

A

alle variabelen die constant worden gehouden in een onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef het verschil tussen een cross-sectionele en longitudinale studie.

A

cross-sectionele:
* Je verzamelt data van veel individuen op één moment in de tijd. Je observeert variabelen zonder ze te beïnvloeden.

longitudinale studie
* dezelfde proefpersonen worden herhaaldelijk onderzocht om te bepalen of er na verloop van tijd veranderingen zijn opgetreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef voor- en nadelen van een longitudinale studie ten opzichte van een cross-sectionele studie

A

=> observationele versus experimentele studie
* observationele studie: er wordt alleen gekeken naar het VERBAND tussen twee variabelen. Er wordt dus GEEN INTERVENTIE uitgevoerd.
* experimentele studie: je manipuleer één of meerdere onafhankelijke variabelen, waarna je het effect op een of meerdere afhankelijke variabelen meet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de verschillende soorten variabelen

A

Kwalitatieve variabele (categorisch)
* Nominaal/ordinaal

**Kwantitatieve variabelen (numeriek)
* Interval/ratio
* Discreet/continu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef de 3 centrummaten

A
  • Steekproefgeiddelde
  • Mediaan
  • Modus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef de spreidingsmaten

A
  • Variatiebreedte
  • Standaardafwijking
  • Variantie
  • Interkwartielafstand (IQR)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly