Hoofdstuk 1: de empirische cyclus Flashcards
1
Q
Waarvoor is statistiek belangrijk?
A
Wetenschappelijk onderzoek
2
Q
Hoe werkt wetenschappelijk onderzoek?
A
Wetenschappelijk onderzoek vertrekt vanuit de Empirische cyclus.
3
Q
Geef de empirische cyclus.
A
4
Q
Leg de de empirische cyclus uit.
A
- Observatie: Waarnemen/verzamelen van empirisch feitenmateriaal
- Inductie: Hypotheses formuleren opbasis van de observaties
- Deductie: Opstellen van voorspellingen op basis van hypotheses
- Toetsing: Aftoetsen van de voorspelling o.b.v nieuw empirisch feitenmateriaal
- Evaluatie: Resultaat van de toetsing kritisch beoordelen
5
Q
Wat is statistiek?
A
Statistiek is de wetenschap van het leren uit data van het meten, controleren en communiceren van onzekerheid
6
Q
In welke delen van de empirische cyclus komt statistiek aan bod?
A
- Toetsen
- Inductie
- Deductie
- Evauatie
7
Q
Wat is statistische geletterdheid?
Voor wat is statistische geletterdheid belangrijk?
A
Het vermogen om te redeneren d.m.v statistiek en data
Belangrijk voor:
- De gedragswetenschapper
- Maar ook daarbuiten: sleutelvaardigheid in een wereld waar kennis wordt aangedreven door data
8
Q
Voor wat is statistische kennis relevant?
A
- Het formuleren van de onderzoeksvraag die kan beantwoord worden d.m.v data
- Het ontwerpen van de studie en het verzamelen van de data
- Het verkennen van d verzamelde data via beschrijvende analyses
- Het concluderen van conclusies die verder rijken dan de geobserveerde data via inductieve analyses
