Hoofdstuk 2 (2.1, 2.2, 2.3) Flashcards

1
Q

Welke twee principes kent het parlementair stelsel?

A
  1. Ministeriele verantwoordelijkheid
    Koning is onschendbaar en de ministers zijn verantwoordelijk
  2. Vertrouwensregel
    Kabinet moet het vertrouwen hebben van een meerderheid van de tweede kamer hebben. Geldt ook voor individuele minister of staatssecretaris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 5 kenmerken heeft een rechtsstaat?

A
  1. Wetten - overheidshandelen is gebaseerd op vastgelegde bevoegdheden, overheid mag niet handelen naar willekeur
  2. Machtenscheiding in de staat > Trias politica
  3. Verkiezingen - vrije en geheime verkiezingen
  4. Grondrechten - zoals vrijheid van meningsuiting
  5. Vrije en onafhankelijke media
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Decentralisatie

Gedecentraliseerde eenheidsstaat

A

De overdracht van taken en bevoegdheden aan lagere
rechtsgemeenschappen of bestuurslagen (bijvoorbeeld: gemeenten mogen onderling afwijkende regels opstellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Eenheidsstaat

Gedecentraliseerde eenheidsstaat

A

Wijst op samenhang en coördinatie die centraal van bovenaf worden opgelegd - eenvoormigheid van wet- en regelgeving. (Gemeentelijke voorschriften mogen niet in strijd zijn met de nationale wet- en regelgeving)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In welke 3 begrippen komen de verhouding tussen decentralisatie en eenheidsstaat naarvoren?

A
  1. Autonomie (Decentralisatie)
  2. Medebewind (Decentralisatie)
  3. Toezicht (Eenheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Autonomie

Gedecentraliseerde eenheidsstaat

A

De eigen bevoegdheid van provincies en gemeenten met betrekking tot de taken op het grondgebied (de huishouding).

Decentralisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Medebewind

Gedecentraliseerde eenheidsstaat

A

Provincies en gemeentes die regels opstellen in opdracht van een hogere regeling.
De inhoud van de regels is (meestal) vrij, maar gemeenten en
provincies moeten wel rekening houden met regels van hogere orde.
Bijvoorbeeld: Wet ruimtelijke ordening verplicht gemeenten om bestemmingsplannen op te stellen

Decentralisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Toezicht

Gedecentraliseerde eenheidsstaat

A

De nationale overheid kan alle besluiten van lagere overheden vernietigen wanneer deze in strijd zijn met de wet of het algemeen belang.

Eenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Trias politica verdeelt de staatsmacht over… (3)
en verzekert dat…

A
  1. Wetgevende macht (de legalisatieve)
  2. Uitvoerende macht (de executieve)
  3. Rechtsprekende macht (jurisdictieve)
    De staatsmacht altijd aan controle onderhevig is en nooit absoluut.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Huis van Thorbecke

A

Oorspronkelijke staatsorganisatie van de gedecentraliseerde eenheidsstaat bestaande uit 3 bestuurslagen: het rijk, de provincies en de gemeenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 3 redenen worden gegeven voor het belang van samenwerking tussen de verschillende bestuurslagen?

Rijksoverheid, provincies en gemeentes

A
  1. Samenwerking in de vorm van duidelijke taakverdeling - Doelmatiger en rechtvaardiger
  2. Lagere bestuurslagen weten vaak beter wat de problemen zijn op lokaal niveau
  3. Veel problemen beperken zich niet tot het eigen grondgebied (zoals verkeer en vervoer)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Open huishouding (betekenis)
Hoe wordt deze vorm van bestuur genoemd?

A

De drie bestuurslagen zijn vrij om op verschillende terreinen intiatieven op hun eigen grondgebied uit te voeren - ‘onbeperkt’ taken pakket binnen het eigen territorium.
Territoriaal bestuur of algemeen bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Functioneel bestuur

A

Bestuursorganen met een beperkt, in wetten vastgelegd takenpakket (bv. waterschappen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly