Hoofdstuk 2 Flashcards
Budgetplan
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven
NIBUD
Nationaal instituut voor budgetvoorlichting. Het Nibud geeft voorlichting over hoe je je inkomsten en uitgaven het best op elkaar kunt afstemmen
Reserveren
Sparen om een grote, incidentele uitgave te kunnen betalen
Soorten uitgaven
- dagelijkse uitgaven
- vaste lasten
- incidentele uitgaven
Beleggen
Je koopt iets waarvan je verwacht dat het meer waard wordt
Enkelvoudige rente
Rente die telkens na afloop van een jaar apart wordt uitgekeerd. Je spaartegoed zelf verandert niet
Nominale rente
De rente waarmee de bank rekent
Reële rente
De nominale rente min de inflatie. Het laat zien hoe de koopkracht van je spaargeld verandert
Rendement
De opbrengst van een belegging, meestal uitgedrukt in een percentage
Samengestelde rente
Rente-op-rente de rente wordt na ieder jaar bijgeschreven op je spaarrekening. In het volgende jaar krijg je rente over je spaargeld plus de bijgeschreven rente
Spaardeposito
Spaarrekening waarop je geld voor een afgesproken tijd vast staat tegen een vast rentepercentage
Spaarmotieven
Redenen om te sparen
- sparen voor een doel
- sparen voor de rente
- sparen uit voorzorg
Consumptief krediet
Een lening voor de aanschaf van een consumptiegoed
Hypothecaire lening
Een lening voor de aankoop van een woning
Krediet vormen
Soorten leningen