Hoofdstuk 1 Flashcards
Bestedingen
De uitgaven aan goederen en diensten
Doelgroep
Een groep consumenten met dezelfde kenmerken voor wie een product of boodschap bedoeld is
Duurzaam consumeren
Je houdt bij jou aankoop rekening met de gevolgen voor andere mensen en het milieu
Maatschappelijke kosten
Alle nadelen die we als samenleving ondervinden van bijvoorbeeld milieu schade
Marketinginstrumenten
De 6 p’s
Prijs, product, plaats, promotie, personeel en presentatie
Primaire inkomens
Inkomens die je verdiend door een productie factor te leveren. Dus inkomens uit arbeid en bezit
Secundaire inkomens
Inkomens uit overdrachten, zoals uitkeringen, plus alle netto inkomens
Besteedbaar inkomen
Het deel van je inkomen dat je vrij kunt uitgeven
Lorenzcurve
Grafiek die de verdeling van het nationaal inkomen over de bevolking laat zien
Modaal inkomen
Het inkomen dat het meest voorkomt
Nationaal inkomen
Wat alle inwoners samen aan inkomen hebben uit arbeid en bezit
CBS
Centraal bureau voor de statistiek. Het CBS verzamelt allerlei informatie, onder andere over economische veranderingen
Prioriteiten stellen
Je kiest voor jezelf welke behoeften je het belangrijkst vind
Schaars
Iets is schaars als het er niet vanzelf is, er zijn productie middelen gebruikt om het te maken
Welvaart
De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien
Welzijn
De kwaliteit van je leven
CPI
Het consumentenprijsindexcijfer, dat laat zien hoeveel de prijzen gestegen zijn ten opzichte van het basisjaar
Geldontwaarding
Het geld zelf wordt minder waard als gevolg van inflatie
Inflatie
Een algemene stijging van de prijzen
Koopkracht
De hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen
Nominale verandering
Verandering van bijvoorbeeld de lonen, waarbij je geen rekening houdt met de inflatie
Prijscompensatie
De lonen stijgen net zo veel als de prijzen, waardoor je koopkracht gelijk blijft
Reële verandering
Verandering van bijvoorbeeld de lonen, waarbij je rekening houdt met inflatie
Loon-prijsspiraal
Een vicieuze cirkel van loon- en prijsstijgingen