Hoofdstuk 12 Flashcards

1
Q

thermoplasten

A

smeltbare kunststoffen
(lineaire structuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

thermoharders

A

kunststoffen die niet smelten
(netwerk structuren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

thermisch recyclen

A

De warmte die wordt opgewekt bij het verbranden van thermoharders wordt dan nuttig gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Polymeren

A

bestaat uit macromoleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

monomeren

A

een groot aantal van dezelfde kleine moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

polymerisatie

A

de reactie waarbij monomeermoleculen aan elkaar koppelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de repeterende eenheid

A

een herhaling van steeds hetzelfde stukje structuurformule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

initiator

A

de stof die nodig is om de polymerisatie te starten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de ontleding van de initiator

A

een radicaal wordt gevormd uit een molecuul die een binding heeft die gemakkelijk breekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

initiatie

A

de initiator (radicaal) reageert met een monomeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

propagatie

A

een kettingreactie
alle reacties die volgen na een initiatie totdat de terminatie gebeurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

terminatie

A

Wanneer twee radicalen met elkaar reageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

polymerisatiegraad

A

het gemiddelde aantal monomeereenheden per keten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

polymerisatiesnelheid

A

de snelheid waarmee de monomeermoleculen aan een keten gekoppeld worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

copolymeer

A

een polymeer met verschillende soorten monomeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

crosslinks

A

de atoombinding tussen ketens in een thermoharder

17
Q

depolymerisatie (degradatie)

A

polymeren die worden opgesplitst in kleinere ketens

18
Q

weekmakers

A

moleculen die zich tussen ketens bevinden waardoor de ketens verder van elkaar komen te liggen.

19
Q

polyester

A

een polymeer dat wordt gevormd uit moleculen met -COOH en -OH groepen waardoor er esters ontstaan

20
Q

polyamide

A

een polymeer dat wordt gevormd uit moleculen met -COOH en -NH2 groepen waardoor er amides ontstaan

21
Q

amide groep

A

|
O =C
|
H - N
|

22
Q

biopolymeren

A

-polymeren gemaakt uit biomassa
-polymeren die biologisch afbreekbaar zijn

23
Q

biodegradeerbaar (biologisch afbreekbaar)

A

een stof kan door micro-organismen zoals schimmels of bacteriën omgezet worden in kleinere moleculen

24
Q

composiet

A

een materiaal opgebouwd uit vezels en matrix

25
Q

vezels

A

kunnen in de lengte een grote trekkracht opvangen

26
Q

matrix

A

een stof die moeilijk samendrukbaar is

27
Q

extruderen

A

een weke massa wordt door een spinkop gespoten
en die worden dan om elkaar gewikkeld

28
Q
A