Hoofdstuk 10 Flashcards

1
Q

Alkanen

A

(C)n(H)2n+2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Alkenen

A

(C)n(H)2n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Alkynen

A

(C)n(H)2n-2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benzeen

A

C6H6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

aromaten

A

stoffen waarbij in de moleculen een benzeenring aanwezig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Alkanolen

A

(C)n(H)2n+1(OH)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hydroxylgroep

A

-OH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Alkaanaminen

A

(C)n(H)2n+1(NH2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

aminogroep

A

-NH2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

carboxylgroep

A

-COOH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

-carbonzuur

A

een carboxylgroep aan een ringstructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

moleculair ion

A

positief geladen ion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fragmentatie

A

een molecuul valt uit elkaar in fragmenten door het verlies van een elektron.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

tetraëdische omringing

A

Wanner de H-atomen zich bevinden op de hoekpunten van een regelmatig viervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

starre bindingen

A

dubbele en drievoudige bindingen
ringstructuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

structuurisomeren

A

Twee stoffen met dezelfde molecuulformule maar een verschillende structuurformule waarbij de atomen of atoomgroepen anders is

17
Q

stereo-isomeren

A

Stoffen met dezelfde structuurformule maar verschillen in ruimtelijke bouw door een andere positie van atomen of atoomgroepen.

18
Q

ethers

A

verbindingen met een -C-O-C- groep

19
Q

alkoxyalkanen

A

deelverzameling van de ethers
CnH2n+1-O-CmH2m+1

20
Q

elkoxygroep

A

-O-R

21
Q

aldehydegroep

A

-C=O
|
H

22
Q

achtervoegsel aldehyde

A

-al

23
Q

keton

A

een molecuul met een C=O groep die niet aan een buitenste koolstofatoom zit

24
Q

achtervoegsel keton

A

-on

25
Q

alkanonen

A

keton met twee alkylgroepen

26
Q

alkanol + zuur <=>

A

<=> ester + water

27
Q

estergroep

A

(-COO- groep)
C=O
|
O
|

28
Q

condenstatiereactie

A

een reactie waarbij water ontstaat naast het andere reactieproduct

29
Q

hydrolyse

A

tegenovergestelde condensatiereactie
een stof reageert met water en er ontstaan twee of meer stoffen

30
Q

ester

A

alkylalkanoaat

31
Q

spiegelbeeldisomerie

A

geen symmetrievlak in het molecuul - asymmetrisch C-atoom

32
Q

Asymmetrisch C-atoom

A

een C-atoom met vier verschillende groepen om zich heen