Hoofdstuk 10 Evolution and animal minds Flashcards
Evolutie
De langzame verandering van levende wezens en de daarbij aansluitende evolutie van wezens.
Natuurlijke selectie
De beste overleven
Motivationele theorie, Hubbard
Stelt dat we controle moeten nemen over ons bewustzijn
Quantum theorie, Goswamin
telt dat bewustzijn de belangrijkste energie is op aarde.
Chopra over evolutie
Stelt dat mensen in staat zijn om natuurlijke selectie te vermijden
Chardin over evolutie
Gelooft dat evolutie wordt gedreven door spiritualiteit
Lamarck over evolutie
Stelt dat organismen kenmerken, die ze verwierven tijdens hun leven, konden doorgeven aan hun nageslacht. Lamarck formuleerde dat in de volgende twee wetten: Het al of niet gebruiken van bepaalde kenmerken zorgt ervoor dat ze verder ontwikkeld worden of juist verloren raken.
Multi niveau selectietheorie
Stelt dat selectie gebeurt op verschillende niveaus, ook binnen groepen. Ze moeten met elkaar strijden om te overleven. Door evolutie is de kans op overleven groter.
Selfish gene theorie, Dawkin
Volgens hem is het belangrijkste van evolutie de erfelijke informatie, ofwel de genen. Genen zijn selfish omdat ze gekopieerd willen worden zodra dat mogelijk is. Hierbij maakt het niet uit wat het effect is, zolang zij zich maar kunnen herhalen. Dit betekent niet dat alle genen nu optimaal zijn, er is altijd ruimte voor verbetering. Het kan ook zijn dat een bepaald kenmerk in de ene situatie wel adaptief is, maar in de andere situatie niet.
Hersenstam
Lagere deel lijkt verbonden te zijn met bewustzijn en slaap-waak cyclus.
simulatie theorie
Stelt dat wij anderen kunnen begrijpen, omdat we in ons hoofd een simulatie maken van de gebeurtenis alsof we het zelf doen. Daardoor begrijpen we hoe anderen zich voelen.
Expliciet
Bewust
Impliciet
Onbewust
Interactie theorie
Stelt dat we anderen begrijpen, omdat we onszelf begrijpen
intentionale stance, Bennet
We begrijpen anderen zoals we onszelf begrijpen
Deceptie
Bedrog, wordt gebruikt om iemand van iets te overtuigen
false-belief-taak
een type taak dat wordt gebruikt in theory of mind-studies waarin kinderen moeten concluderen dat een andere persoon geen kennis bezit die zij bezitten.
imitatie
is het leren om iets te doen doordat je het bij anderen ziet. Hierbij moet je niet alleen observeren, maar ook onthouden
antropormofisme
de alomtegenwoordige neiging om mensachtige kenmerken in de omgeving te projecteren
theologisch denken
de cognitieve neiging om fenomenen te verklaren in termen van een intentie of doel waar een dergelijk doel niet bestaat
Theory of Mind (ToM)
In staat zijn te weten wat anderen mensen denken en geloven
emergente eigenschap
Iets wat boven de functie uitstijgt. Geen functie.