Hoofdstuk 10 Flashcards

1
Q

Wat zijn grondrechten?

A

Ieder mens heeft de essentie om bepaalde rechten te hebben die horen bij het mens-zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klassieke grondrechten

A

Waarborgen in zekere zin de vrijheden van burgers die de overheid (zo veel mogelijk) moet respecteren, waardoor voor de burger een staatsvrije sfeer wordt gewaarborgd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sociale grondrechten

A

Vormen als het ware een opdracht voor de overheid om ervoor te zorgen dat er sociale gerechtigheid heerst in de samenleving en dat iedere burger kan beschikken over voldoende gezondheidszorg, onderwijs en inkomen zodat hij zichzelf kan ontplooien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verticale werking

A

De relatie tussen de overheid en de burger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Horizontale werking

A

Relatie tussen burgers onderling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer mogen grondrechten beperkt worden?

A
  1. De mogelijkheid om grondrechten te beperken moet worden vastgelegd in de grondwet of in een verdrag.
  2. De beperking dient te bescherming van een bepaald doel dat in de grondwet of in een verdrag is aangegeven.
  3. De beperkingen en/of de bevoegdheid om te beperken, moet worden vastgelegd in een wet in formele zin of in een lagere regeling die daarop is gebaseerd.
  4. De beperking moet noodzakelijk zijn in een democratische samenleving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorbeelden van klassieke grondrechten

A
  • Recht op gelijke behandeling (art. 1 Gw, art. 14 EVRM)
  • Kiesrecht (art. 4 Gw)
  • Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging (art. 6 Gw, art. 9 EVRM)
  • Vrijheid van meningsuiting (art. 7 Gw, art. 10 EVRM)
  • Vrijheid van vereniging (art. 8 Gw, art. 11 EVRM)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorbeelden sociale grondrechten

A
  • Scheppen van voldoende werkgelegenheid (art. 19 Gw)
  • Het recht op sociale zekerheid (art. 20 Gw)
  • Goed leefmilieu (art. 21 Gw)
  • Gezondheidszorg (art. 22 Gw)
  • Woongelegenheid (art. 22 Gw)
  • Onderwijs (art. 22 en 23 Gw)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly