Hoofdstuk 1 - An overview of psychology and health Flashcards

1
Q

Illness / welness continuum

A

Ziekte-gezondheidcontinuüm:

Een model dat gezondheid en ziekte als overlappende concepten beschrijft die variëren in mate, in plats van het zijn van aparte categorieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Health

A

Gezondheid:

Een positieve staat van fysiek, mentaal en sociaal welzijn dat in mate verandert gedurende de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Infectuous diseases

A

Infectieziekten:

Ziekten veroorzaakt doordat het lichaam binnengedrongen wordt door micro-organismen, zoals bacteriën of virussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Chronic diseases

A

Chronische ziekten:

Ziekten die aanhouden en over het algemeen slechter worden gedurende een lange tijdsperiode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mind/body problem

A

Geest/lichaam probleem:

Het issue in psychologie en filosofie betreffende de relatie tussen processen en functies van de geest en die van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Biomedical model

A

Biomedisch model:

De blik dat ziekte voortkomt uit fysieke oorzaken, zoals infectie of letsel; psychologische processen worden niet gezien als oorzakelijke factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Risk factors

A

Risicofactoren:

Karakteristrieken of condities die vaker optreden onder die individuen die specifieke ziekten ontwikkelen dan onder diegenen die dat niet doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Personality

A

Persoonlijkheid:

Cognitieve, affectieve of gedragspredisposities van mensen in verschillende situaties en gedurende de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Psychosomatic medicine

A

Psychosomatische geneeskunst:

Gebied geïntroduceerd in de jaren 30 om de relaties tussen symptomen van ziekte en de emoties van mensen te bestuderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behavioral medicine

A

Gedragsgeneeskunst:

Een interdisciplinair gebied geïntroduceerd in de vroege jaren ‘70 om de relatie tussen gedrag en gezondheid te bestuderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Health psychology

A

Gezondheidspsychologie:

Een gebied van de psychologie, geïntroduceerd in de late jaren ‘70 om de oorzaken van ziekten te onderzoeken en om manieren te bestuderen om gezondheid te promoten en onderhouden, ziekte te voorkomen en te behandelen en het gezondheidszorg te verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Biopsychosocial model

A

Biopsychosociaal model:

De blik dat gezondheid en ziekte gaat over de interactie van biologische, psychologische en sociale factoren in het leven van mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

System

A

Systeem:

Een continu veranderende entiteit die bestaat uit constant met elkaar verbonden componenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mortality

A

Mortaliteit:

Dood, sterftecijfer, meestal in referentie tot grote populaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Morbidity

A

Morbiditeit:

De conditie van ziekte, letsel of invaliditeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Prevalence

A

Prevalentie:

Het totaal aantal bestaande gevallen op een gegeven moment in de tijd

17
Q

Incidence

A

Incidentie:

Het aantal nieuwe gevallen die gerapporteerd worden gedurende een gegeven periode van tijd, zoals het afgelopen jaar

18
Q

Epidemic

A

Epidemie:

De situatie waarin het voorkomen van een gezondheidsprobleem snel is toegenomen