Hoofdstuk 1: An invitation to Social Psychology Flashcards

1
Q

Sociale psychologie

A

De wetenschappelijke studie van gevoelens, gedachten en gedragingen van individuen in sociale situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stanford gevangenis experiment van Zimbardo en collega’s

A

Gevangenis waarbij een deel van de participanten bewakers waren en een ander deel gevangenen. Bewakers gebruikten verbaal misbruik en fysieke vernedering, waardoor het experiment na zes dagen al moest stoppen. Experiment om te proberen te begrijpen hoe individuen reageren in relatie tot anderen in sociale situaties en waarom individuen zo reageren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Veld van krachten (Kurt Lewin)

A

Is in het geval van menselijke gedrag de rol van de situatie in het sturen van gedrag. Bijv. de acties en/of aanwezigheid van andere mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

The Milgram experiment

A

Schokken toedienen, ondanks dat het pijn deed of het voltage dodelijk kon zijn. 80% van de deelnemers ging door daar de onderzoeker erop stond dat ze doorgingen en 62,5% ging door tot het hoogst mogelijke niveau van schokken. Participant wordt beïnvloed door situatie voorbeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Seminarians as Samaritans (Darley en Batson experiment)

A

Aard van religie voorspelde niet of ze de man evenveel hielpen, maar of ze haast hadden of niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voorzieningen (= interne factoren)

A

Overtuigingen, waarden, persoonlijkheidstrekken en capaciteiten die menselijk gedrag leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fundamentele attributiefout

A

Teveel nadruk leggen op interne factoren ipv externe factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kanaalfactoren

A

situationele omstandigheden die in eerste instantie onbelangrijk lijken, maar die grote consequenties kunnen hebben voor gedrag door het te faciliteren of te blokkeren of te sturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gestaltpsychologie

A

objecten waarnemen door actieve, meestal onbewuste interpretatie van wat het object representeert als geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Naïef realisme

A

De overtuiging dat we de wereld, direct zonder enkele ingewikkelde perceptuele of cognitieve mechanismen waarnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Constructie van situtaties en gedrag

A

refereert naar onze interpretatie van de situaties, ons gedrag en naar de deducties die we daarover maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Schema’s

A

Gegeneraliseerde kennis over de fysieke en sociale wereld, zoals het te verwachten gedrag in bepaalde situaties en geaccepteerde gedragingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Stereotypes

A

Schema’s die we hebben voor mensen van verscheidene typen en die we gebruiken om de individuen te beoordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ideomotorische mimiek

A

Fenomeen waarbij een persoon de lichaamshouding nabootst van iemand met wie ze een gesprek hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Proces van natuurlijke selectie (Charles Darwin)

A

Adaptieve eigenschappen worden doorgegeven aan volgende generaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Theory of mind

A

Het vermogen om te herkennen dat andere mensen overtuigingen en verlangens hebben

17
Q

Ouderlijke investering

A

Het evolutionaire principe dat voor- en nadelen geassocieerd zijn met reproductie van en zorg voor nakomelinge.

18
Q

Naturalistic fallacy

A

De bewering dat hoe dingen zijn, de manier is hoe dingen zouden moeten zijn.

19
Q

Neurowetenschap

A

De wetenschap van hoe het brein, de geest en het gedrag functioneren als één en hoe sociale factoren deze componenten tegelijkertijd kunnen beïnvloeden