Hoofdstuk 1: An invitation to Social Psychology Flashcards
Sociale psychologie
De wetenschappelijke studie van gevoelens, gedachten en gedragingen van individuen in sociale situaties
Stanford gevangenis experiment van Zimbardo en collega’s
Gevangenis waarbij een deel van de participanten bewakers waren en een ander deel gevangenen. Bewakers gebruikten verbaal misbruik en fysieke vernedering, waardoor het experiment na zes dagen al moest stoppen. Experiment om te proberen te begrijpen hoe individuen reageren in relatie tot anderen in sociale situaties en waarom individuen zo reageren.
Veld van krachten (Kurt Lewin)
Is in het geval van menselijke gedrag de rol van de situatie in het sturen van gedrag. Bijv. de acties en/of aanwezigheid van andere mensen
The Milgram experiment
Schokken toedienen, ondanks dat het pijn deed of het voltage dodelijk kon zijn. 80% van de deelnemers ging door daar de onderzoeker erop stond dat ze doorgingen en 62,5% ging door tot het hoogst mogelijke niveau van schokken. Participant wordt beïnvloed door situatie voorbeeld.
Seminarians as Samaritans (Darley en Batson experiment)
Aard van religie voorspelde niet of ze de man evenveel hielpen, maar of ze haast hadden of niet
Voorzieningen (= interne factoren)
Overtuigingen, waarden, persoonlijkheidstrekken en capaciteiten die menselijk gedrag leiden.
Fundamentele attributiefout
Teveel nadruk leggen op interne factoren ipv externe factoren
Kanaalfactoren
situationele omstandigheden die in eerste instantie onbelangrijk lijken, maar die grote consequenties kunnen hebben voor gedrag door het te faciliteren of te blokkeren of te sturen.
Gestaltpsychologie
objecten waarnemen door actieve, meestal onbewuste interpretatie van wat het object representeert als geheel
Naïef realisme
De overtuiging dat we de wereld, direct zonder enkele ingewikkelde perceptuele of cognitieve mechanismen waarnemen.
Constructie van situtaties en gedrag
refereert naar onze interpretatie van de situaties, ons gedrag en naar de deducties die we daarover maken
Schema’s
Gegeneraliseerde kennis over de fysieke en sociale wereld, zoals het te verwachten gedrag in bepaalde situaties en geaccepteerde gedragingen.
Stereotypes
Schema’s die we hebben voor mensen van verscheidene typen en die we gebruiken om de individuen te beoordelen.
Ideomotorische mimiek
Fenomeen waarbij een persoon de lichaamshouding nabootst van iemand met wie ze een gesprek hebben
Proces van natuurlijke selectie (Charles Darwin)
Adaptieve eigenschappen worden doorgegeven aan volgende generaties