Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Communicatie vs content

A
  • actiematig en productgericht
  • middelengericht
  • zendgericht
  • elke discipline heeft een eigen aansturing
  • geen eenduidige boodschap
  • gaat over het bedrijf, organisatie en producten en dienstverlening (secundair)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

content vs communicatie

A
  • systematisch en procesgericht
  • inhoudgericht
  • dialooggericht
  • slechtste situatie aansturing per kanaal, in gunstige situatie sprake van integrale situatie
  • eenduidige boodschap
  • gaat integraal over bedrijf, organisatie, alle producten, dienstverlening en bedrijfsvoering (primair)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

content

A

vormt het ingrediënt voor elke dialoog die de organisatie met haar klanten heeft en die de medewerkers nodig hebben voor hun contact met klanten.`

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

virtuele organisatie

A

niet vastgelegd in een organogram, gericht op samen beleid maken, strategie bepalen en samen vaststellen hoe dit gemanaged wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de oplossing om content organizing toe te passen?

A

een goede samenwerking en focus op het bereiken van doelen in relatie met de inhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat moet de verantwoording van content organizing zijn?

A

hecht, integraal en als het kan zo hoog mogelijk binnen de organisatie belegd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom moet je de verantwoording over content organizing hoog in de organisatie beleggen?

A

dan is alle aandacht voor de klant zichtbaar en voor iedereen centraal komen te staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly