Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Fylogenetische ontwikkeling

A

Ontwikkeling van hogere diersoorten uit lagere diersoorten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ontogenetische ontwikkeling

A

Ontwikkeling van de individuele mens uit zaadcel + eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bekende voorouders van de mens

A

australopithecus (hersenen: 0,4 kg) -> homo habilis -> homo erectus -> homo sapiens (hersenen: 1,48 kg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Neotenie

A

De ontwikkeling van diersoorten is vertraagd ten opzichte van die van voorouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Neuronen

A

breincellen die onderling verbinding maken tot en informatie overbrengen naar elkaar, spieren en organen met vezels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gliacellen

A

breincellen die de functie van neuronen ondersteunen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Centrale zenuwstelsel

A

het brein en het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Perifere zenuwstelsel

A

alle processen buiten het brein en het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Cerebrum

A

verantwoordelijk voor een groot deel van onze bewuste gedragingen, verdeeld over 2 hemisferen. (bovenste en grootste deel van brein)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hersenstam

A

bundel van structuren verantwoordelijk voor onze onbewuste gedragingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cerebellum

A

verantwoordelijk voor leren en onze bewegingen te coördineren. Ondersteunt het cerebrum (kleinste en onderste deel van brein)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly