Historique Flashcards
un historique
een historiek, een wordingsgeschiedenis
une entreprise
een bedrijf
une filliale
een dochteronderneming
une succursale (bancaire)
een (bank)filiaal
constituer (une entreprise/un groupe)
vormen, oprichten (van een bedrijf/groep)
créer
stichten, oprichten, creëren
fonder / la date de fondation
oprichten /oprichting
naître
ontstaan
construire
bouwen
démanteler
ontmantelen
dissoudre
ontmantelen, beëindigen
déposer le bilan / un dépôt de billan
de boeken neerleggen/een faillissementsaanvraag
une faillite
een faillissement
fermer
sluiten
ouvrir
openen
inaugurer
feestelijk openen, inhuldigen
(s’) implanter
(zich) vestigen
(s’) installer
(zich) vestigen
(s’) accroître
(doen) groeien
croître
groeien
agrandir
vergroten, uitbreiden