hfdst 4 invaliditeit en onbetrouwbaarheid Flashcards

1
Q

EXP Deese met woorden lijsten

A

semantisch netwerk: woorden in ons geheugen zijn gelinkt aan elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 theorieën voor het ontstaan van pseudoherinneringen

A

fuzzy tracetheorie -Brainerd en Reyna

Associatieve activation theorie -Otgaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

fuzzy tracetheorie -Brainerd en Reyna
verbatin
gist

A

Je maakt iets mee en dat wordt opgedeeld in 2 geheugensporen

  1. verbatin: specifieke details van de gebeurtenis
  2. gist: semantiek (betekenis) van de gebeurtenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

speudoherinneringen ontstaan door het ophalen van gist-geheugensporen

A

idee dat volwassenen beter gist-geheugen sporen ophalen dan kinderen, want meer kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

associative activation theorie -Howe/Otgaar

A

spreading activation: als we iets meemaken kan een herinnering een andere herinnering activeren

encoderen van 1 gebeurtenis kan leiden tot activatie van een andere gebeurtenis die je niet hebt meegemaakt
volwassenen hebben meer en sneller spread activation du vatbaarder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

developmental reversal

A

volgens theorie volwassen vatbaarder voor pseudoherinneringen, maar in de praktijk zijn het kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

spontane pseudoherinneringen

A

associative activation theory

spreading activation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

suggestieve geïnduceerde pseudoherinneringen

EXP: filmpje bankoverval, had de verdachte een pistool?

A

studie: spontane en suggestieve-geïnduceerde pseudo herinneringen stijgen met de leeftijd
- > volwassenen gaan snel mee als er een link gemaakt wordt die heel duidelijk lijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

foutieve ooggetuigenidentificatie

A

line-up = Osloconfrontatie
probleem: foutieve identificatie —> onterechte veroordelingen
ontstaan door suggestieve politie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

system variabele

A

onder controle van de ‘criminal justice system’

specifieke instructies tijdens een identificatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

estimator variabele (schattings)

A

niet onder controle van de ‘criminal justice system’

afstand tot de gebeurtenis vb lichtomstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly