Het Words: Buildings and stuff Flashcards
1
Q
Het dak
A
Roof
2
Q
Het fornuis
A
Stove
2
Q
Bath
A
Het bad
3
Q
Het bord
A
Plate
4
Q
Plate
A
Het bord
5
Q
Het stadhuis
A
Town hall
6
Q
Het gordijn
A
Curtain
7
Q
Het dienblad
A
Tray
7
Q
Het park
A
Park
8
Q
Het slot
A
Lock
9
Q
Het station
A
Station
9
Q
Hospital
A
Het ziekenhuis
10
Q
Pillow
A
Het kussen
12
Q
Het mes
A
Knife
13
Q
Building
A
Het gebouw
14
Q
Police station
A
Het politiebureau
15
Q
Lock
A
Het slot
15
Q
Park
A
Het park
16
Q
Swimming pool
A
Het zwembad