E-D Het Words 2 Flashcards
43
Q
Square
A
Het vierkant
44
Q
Pencil
A
Het potlood
45
Q
Paper
A
Het papier
46
Q
News
A
Het nieuws
47
Q
Book
A
Het boek
48
Q
Word
A
Het woord
49
Q
Conversation, talk
A
Het gesprek
50
Q
Cell phone
A
Het mobieltje
51
Q
Story
A
Het verhaal
52
Q
Poem
A
Het gedicht
53
Q
Play (theatre event)
A
Het toneelstuk
54
Q
Fiction
A
Het verzinsel
55
Q
Package
A
Het pakje
56
Q
Song
A
Het liedje
57
Q
Rhythm
A
Het ritme
58
Q
Sound
A
Het geluid
59
Q
Noise
A
Het lawaai