HET words Flashcards
1
Q
Year
A
HET jaar
2
Q
Receipt
A
HET kasticket
3
Q
Problem
A
HET probleem
4
Q
Change (money)
A
HET wisselgeld
5
Q
Ticket
A
HET ticket
6
Q
Track
A
HET spoor
7
Q
Country
A
HET land
8
Q
The stay (somewhere)
A
HET logement / HET verblijf