het/de Flashcards
1
Q
vliegtuig (plane)
A
het vliegtuig
2
Q
boek (book)
A
het boek
3
Q
tijdschrift (magazine)
A
het tijdschrift
4
Q
krant (newspaper)
A
de krant
5
Q
identiteitskaart (ID)
A
de identiteitskaart
6
Q
auto
A
de auto
7
Q
baby
A
de baby
8
Q
fruitsap (juice)
A
het fruitsap
9
Q
koffie
A
de koffie
10
Q
meisje (girl)
A
het meisje
11
Q
taxi
A
de taxi
12
Q
jongen (boy)
A
de jongen
13
Q
thee
A
de thee
14
Q
fiets (bicycle)
A
de fiets
15
Q
whisky
A
de whisky