Het Cardiovasculaire Systeem Flashcards

1
Q

Cardiac output?

A

Is het aantal liter/min weggepompt door het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hart bevat 2 druksystemen?

A

Lage druk naar de longen en hoge druk naar het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is harttamponade en TRP

A

Dat is een afwijkende functie van het hart doordat het pericard gevuld is met teveel vloeistof waardoor het hart niet kan uitzetten
TRP = traumatische reticulo pericarditis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het gevolg van scheiding tss atria en ventrikels voor de contractie?

A

Door de annulus fibrosus zijn atria en ventrikels elektrisch gescheiden, er ontstaan 2 pseudosyncytia (atria/ventrikels) die contraheren volgens alles of niets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ca voor de contractie komt van verschillende plaatsen?

A

Vanuit het SR en extracellulair (combo DWG en glad)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gaat contractie van het hart altijd gepaard met verkorten vd spier?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke cellen zorgen voor de spontane depolarisatie (algemene verzamelnaam)

A

De neuro-musculaire cellen of gangmakercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verschillende soorten neuro-musculaire cellen?

A
De sinusknoop = pacemaker (in re atrium)
AV knoop (in interatriaal septum) 
Bundel van hiss (in interventriculair septum)
Purkinjevezels (in myocard)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Door wat wordt sinusknoop geregeld?

A

Door parasympaticus en de sympaticus

Ook door hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 5 basiseigenschappen van het hart?

A
Automatie
Bathmotropie
Dromotropie
Inotropie
Chronotropie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is automatie?

A

Het hart kan zonder regulatie van buitenaf autonoom samentrekken
Dit is mogelijk door de verschillende pacemakers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoeveel capillaire netwerken passeert bloed per cyclus?

A

1, buiten wanneer we een portaalnetwerk hebben zoals in de lever, de adenohypofyse en de nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het sinusaal ritme?

En leg deze structuur uit

A

Ritme dat de sinusknoop regelt
Depolariseert 70/min
Sinusknoop bevat nodale cellen (echte pacemakers) en transitionele cellen (overgangscellen zonder spontane depolarisatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke invloed heeft de sympaticus op de sinusknoop?

A

Deze kan ervoor zorgen dat er snellere depolarisatie is door het veranderen van hoek alfa = positief chronotroop effect
Parasympaticus heeft het omgekeerde effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is dromotropie?

A

Dit bespreekt de prikkelgeleiding in het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe gebeurt myogene verspreiding van de sinusprikkel in de atria?

A

Dit gebeurt dmv internodale tracti, dit zijn zenuwbanen in het atriale septum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat gebeurt er met de prikkel die aankomt in de AV knoop?

A

Deze wordt vertraagd met 0,1sec voor deze overgedragen wordt naar de ventrikels
Dit komt door de lange refractaire periode vd AV knoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het verschil in geleiding in de ventrikels van grote en kleine harten?

A

In kleine harten is er myogene verspreiding (trager)

In grote harten is er neuromyogene verspreiding (sneller)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is bathmotropie?

A

Het feit dat de hartcel reageert op een (externe) prikkel en heeft te maken met Ca induced Ca release!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Ca intracellulair is enorm belangrijk waarom?

A

Omdat de hoeveelheid Ca de inotropie zal beinvloeden (sterkere contracties)

21
Q

Wat gaan de beta 1 receptoren doen thv hart ?

A

Stimuleert productie cAMP waardoor de Ca kanalen langer geopend kunnen worden en bijgevolg meer intracellulaire Ca is

22
Q

Wat is de functie van het eiwit fosfolamban?

A

Pas na de fosforylatie van fosfolamban kunnen de Ca pompen de Ca gaan wegpompen uit de cytosol
Door adrenaline wordt fosfolamban sneller gefosforyleerd

23
Q

Hoe ontstaat de plateau fase bij de hartspiercel?

A

Door de trage Ca kanalen

Door de langdurige verlaagde geleidbaarheid van K (blijft dus in de cel)

24
Q

Wat is extrasystole?

A

Een extra contractie vd hartspier door een prikkel die niet afkomstig is van de sinusknoop

25
Q

Contraheert hart altijd aan zijn maximum?

A

Neen er wordt nooit 100% Ca uit SR gehaald waardoor niet alle troponine bezet is -> dit geeft bufferruimte voor wanneer hardere contractie nodig zou zijn

26
Q

Wat is inotropie?

A

Het vermogen van het hart om de contractiekracht zelf aan te passen

27
Q

Wat is het gevolg van in serie geschakeld elestisch weefsel?

A

Isometrische of isovolumetrische contractie is mogelijk waarbij tonus verhoogd

28
Q

Wat is een auxotone contractie?

A

Wanneer zowel lengte als tonus verandert

29
Q

Wat is een heterometrische aanpassing vd contractiekracht?

A

Een verandering aan de lengte van de sarcomeren dmv een verandering aan het eind diastolisch volume

30
Q

Wat is een homeometrische aanpassing vd contractiekracht?

A

Wanneer de contractiekracht gewijzigt wordt door een wijziging in intracellulair Ca

31
Q

Wat is chronotropie?

A

De ritmiciteit van het hart dat het zelf kan regelen

Vooral beinvloed door de hoek alfa

32
Q

Van wat is de hoek alfa afhankelijk?

A

Van de temperatuur
Adrenaline om beta receptors
Acetylcholine via parasympaticus zorgt voor brachycardie

33
Q

Wat is de elektrische hartas?

A

Netto potentiaal van het QRS complex = gemiddelde vector van de ventrikeldepolarisatie

34
Q

Paroxysmale tachycardie

A

Dit begint plots zonder aanleiding

35
Q

Atriale flutter

A

Cellen in atrium gaan depolariseren en contraheren

36
Q

Wat is de diastole

A

De relaxatie van de ventrikels

37
Q

Wat is de systole?

A

De contractie van de ventrikels

38
Q

Wat is de wet van borelli?

A

Het uitrekken van de arteriele wand en daarmee het opstapelen van kinetische energie die bloed tijdens diastole ook zal voortduwen

39
Q

Bespreek CI

A

Dit is het cario inhibitoren centrum, de hypothalamus controleert deze via de Bundel van Schütz
PS en S vezels vertrekken vanuit CI

40
Q

Cardio acceleratoren centrum?

A

Hierin eindigen de S vezels vanuit CI en ligt in het 1e ruggesegment
Hieruit vertrekken preganglionaire vezels die eindigen in ganglion cervicale craniale, intermedium en caudale
Hieruit vertrekken de n accelerantes die naar het hart gaan

41
Q

Hoeveel controlecentra zijn er voor het hart?

A

1 het CI

42
Q

Welke centra regelen de vasomotoriek?

A

V

43
Q

Wat is de bainbridge reflex?

A

Wanneer bij inspiratie het re atrium en de vena cava gaan uitrekken worden de streksensoren geprikkeld -> CI remmen -> stijgen van HR
Bij respiratoire sinusarytmie

44
Q

Wat is de long-ontlastingsreflex?

A

Prikkeling streksensoren trunc pulmonalis en atrium zorgt voor stimulatie CI -> brachycardie
Vermijden van long overvulling

45
Q

Vasomotie in arteriolen door sympaticus?

A

Sympaticus stimuleert de alfa receptoren dit zorgt voor vasoconstrictie

46
Q

Verschillende manieren om de diameter van arteriolen te beheren

A

Neuro-humorale regulatie
Autoregulatie (metabole, via druk of via paracriene factoren)
Samenspel van de 2

47
Q

Wat is neuro-humorale regulatie?

A

Gebeurt vooral via de sympaticus en angiotensine (= vasoconstrictor)
Het orgaan kiest zelf zijn bloedtoevoer niet, het wordt voor hem beslist = altruïstisch

48
Q

Wat is metabolische autoregulatie?

A

Het orgaan past zijn bloedtoevoer aan op basis van wijzigingen in zijn eigen behoefte