HC.8 Anatomie Bewegingsapparaat Romp en Axiaal Skelet Flashcards
Welk functioneel dilemma/balans is aanwezig in de wervelkolom?
Mobiliteit vs. stabiliteit (soms stabiliteit tijdens mobiliteit).
Wat doet de lamina?
Verbindt spinosus en !
Wat gaat door foramen transversarium?
A. vertebralis.
Wat is de nucleus pulposus?
Gelei-achtige substantie, stevige verbinding maar wel bewegelijkheid.
Wat spelen een grote rol bij verbindingen tussen wervels?
Ligamenten.
Welke twee ligamenten?
- Lig. longitudinale anterius
- Lig. longitudinale posterius (tussen spinosus en corpus)
Beschermen tegen gewrichten.
Wat doet het lig. flavum?
Bedekt meest posteriore deel van lamina.
Lig. interspinosus
Lig. supraspinosus
- -> lengte
- -> kopzijde proc. spinosus
Welke twee groepen spieren?
- Intrinsieke spieren (m. erector spinae/m. erector trunci) –> rug recht houden, stabiliteit wervelkolom
- Extrinsieke spieren (m. latissimus dorsi, m. trapezius, m. levator scapulae, m. rhomboideus) –> oppervlakkige rugspieren.
Wat zijn de functies van de thorax?
- Ademhaling
- Bescherming
Wat zijn aperturen?
Openingen, twee in thorax, boven en onderkant.
Wat sluit de onderste apertuur?
Diafragma –> spier.
Welke openingen in diafragma?
Voor vena cava. Niet in spier, maar in peesplaat, dus geen afknelling.
Voor diafragma, wel in een soort kringspier –> sluit dus geen maagzuur.
Welke spieren in borstkast?
Intrinsieke spieren, 3 lagen : mm. intercostales, - intimi, - interni, - externi.
Extrinsieke spieren: mm. pectoralis major –> origo op sternum en deel rib, insertie op deel bovenarm, betrokken bij beweging bovenarm en minor –> naar schouderdak toe. Meer betrokken bij beweging.
Wat is vezelverloop van obliques externes?
V vorm.