HC.5 Anatomie bewegingsappparaat, algemene inleiding Flashcards
Waarvoor is bewegingsapparaat?
Bewegen en houding (steunapparaat). Steun nodig voor beweging.
Wat heb je niet zonder steun?
Beweging en vorm.
Wat zijn de soorten steunweefsels?
- Bindweefsel (in brede zin van het woord, niet in anatomie)
- Kraakbeen
- Bot
- Bloed (geen steunweefsel wel bindweefsel)
Hoe is de opbouw in steunweefsel?
Overeenkomstige opbouw, bestaat uit cellen, vezels en matrix.
Wat is de continuïteit van steunweefsel?
De overgang van fascia, pees en bot is geleidelijk. Daardoor lopen collagene vezels in elkaar over –> maakt verbinding optimaal sterk.
Wat heeft de veranderlijkheid van steunweefsel voor functie?
Botten kunnen na langdurige belasting van vorm veranderen.
Wat is de wisselwerking functie in steunweefsel?
Vorm-functierelatie, werkt twee kanten op –> vorm is afhankelijk van functie en andersom. Vorm kan veranderen voor functie, vooral op jonge leeftijd.
Hoe verdelen steunweefsels het lichaam?
In compartimenten, hierdoor kunnen organen en orgaanstelsels onafhankelijk functioneren (schedel of fascia om de spieren).
Waarvan is een botverbinding gemaakt?
- Van bindweefsel (sutuur, syndesmosis, gomphosis)
- Van kraakbeen ( synchondrosis, symphysis)
- Van bot (synostosis)
- Synoviale gewrichten
Wat kan verdwijnen op hoge leeftijd?
Sutuur –> geen beweging meer in.
Wat zijn de sutuur, syndesmosis en gomphosis?
Sutuur: schedel, schedeldakjes zijn middels (verbeend) bindweefsel verbonden.
Syndesmosis: membrana, interossea, peesachtige verbinding tussen ulna en radius.
Gomphosis: gebitselementen in mandibula
Wat zijn synchondrosis en symphysis?
Synchondrosis: discus intervertebralis
Symphysis: symphysis pubica
Wat zijn synoviale gewrichten?
Kunnen bewegen.
Wat is de bouw van synoviale gewrichten?
Bouw: kapsel, synovia, en een bedekking van een botstuk van hyalien kraakbeen.
Wat is de beweging van synoviale gewrichten?
Vorm erg belangrijk, vorm van oppervlakte bepaald beweging (ulna en radius in onderarm). Congruentie (wanneer botten heel goed op elkaar passen) zorgt voor extra stevigheid, maar minder bewegingsmogelijkheid.